ECLI:NL:RBDHA:2023:22114
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 november 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de niet-tijdige beslissing op een asielaanvraag. Eiser, vertegenwoordigd door mr. J.M.M. Heilbron, had beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat er niet tijdig was beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling.
De rechtbank overweegt dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht, een betrokkene eerst een ingebrekestelling moet indienen bij het bestuursorgaan voordat hij beroep kan instellen. Eiser had op 10 oktober 2022 zijn asielaanvraag ingediend, en de beslistermijn was verlengd met negen maanden op basis van het besluit WBV 2022/22. Dit besluit was van toepassing op asielaanvragen die nog niet waren verstreken op de datum van inwerkingtreding. De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling van eiser op 28 juli 2023 te vroeg was ingediend, omdat de beslistermijn pas op 10 januari 2024 afloopt.
Daarom is het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State binnen vier weken na verzending van de uitspraak.