Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde sub 1] ,
1.Procedure
- het op 25 augustus 2023 gewezen verstekvonnis (10669547 \ RL EXPL 23-13773) tussen [gedaagden] c.s. en [eiser] ;
- de dagvaarding in verzet van 25 september 2023;
- de zittingsaantekeningen van [gedaagden] c.s. en [eiser] ;
- de in het geding gebrachte producties.
2.Feiten
3.Vordering, grondslag en verweer
soortgelijke woonruimteverstaan, en dat het bovendien niet in zijn macht ligt om [gedaagden] c.s. over vervangende woonruimte te laten beschikken. [eiser] kan alleen beschikbare en geschikte woonruimte aandragen, hetgeen hij ook tijdig heeft gedaan.
4.Beoordeling
soortgelijke woonruimte. [eiser] is, als verhuurder, immers bekend met de woonruimte die [gedaagden] c.s. van hem huurde en de oppervlakte daarvan, zodat voor [eiser] voldoende duidelijk is wat onder soortgelijke woonruimte wordt verstaan, namelijk een woonruimte die qua prijs en oppervlakte gelijkwaardig is aan de kamers die [eiser] in de Van Adrichemstraat aan [gedaagden] c.s. verhuurde.