ECLI:NL:RBDHA:2023:22281

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 november 2023
Publicatiedatum
4 september 2024
Zaaknummer
10639399/EJ VERZ 23-83287
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en toewijzing van vergoedingen in arbeidsconflict tussen werknemer en werkgever

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 november 2023 uitspraak gedaan in een arbeidsconflict tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, de besloten vennootschap El Caballo B.V. De werknemer had een verzoek ingediend na een ontslag op staande voet dat door de werkgever was gegeven. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de dringende reden voor het ontslag op staande voet ontbreekt. De werknemer was sinds 1 mei 2020 in dienst bij El Caballo als chauffeur en had een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het ontslag werd gegeven op 14 juli 2023, zonder dat er sprake was van een rechtsgeldig ontslag. De werkgever had als reden opgegeven dat de werknemer werk had geweigerd en dat er meerdere ernstige fouten waren gemaakt, maar de kantonrechter oordeelde dat de werkgever niet gerechtigd was om het ontslag op staande voet te geven. De werknemer had zich ziekgemeld en was niet verplicht om de uitkomsten van zijn doktersbezoeken te delen met de werkgever. De kantonrechter heeft de verzoeken van de werknemer tot betaling van een billijke vergoeding, een gefixeerde schadevergoeding, een transitievergoeding, achterstallig salaris, vakantietoeslag en niet genoten verlofuren toegewezen. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de werkgever een dwangsom moet betalen als de gevraagde bruto-netto specificaties niet tijdig worden verstrekt. De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van verschillende vergoedingen en heeft de proceskosten aan de zijde van de werknemer toegewezen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Zittingsplaats Gouda
AK
Zaaknr.: 10639399 \ EJ VERZ 23-83287
Datum: 16 november 2023
Beschikking van de kantonrechter in de zaak:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. T.H.H. Pham,
tegen
de besloten vennootschap El Caballo B.V.,
gevestigd te Alphen aan den Rijn ,
verwerende partij,
gemachtigde: mr. G.P. Geelkerken.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [verzoeker] ” en “ El Caballo ”.

1.Procedure

1.1
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- het verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 31 juli 2023;
- een verweerschrift, ter griffie ingekomen op 26 september 2023.
1.2
Op 3 oktober 2023 heeft er een mondelinge behandeling plaatsgevonden waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.

2.Verzoek

2.1
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair, subsidiair en meer subsidiair
  • veroordeling van El Caballo tot betaling van de transitievergoeding ter hoogte van € 2.766,77 bruto;
  • veroordeling van El Caballo tot betaling van het achterstallige salaris van € 1.600,= netto, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50% dan wel een verhoging in goede justitie te bepalen;
  • veroordeling van El Caballo tot gelijktijdige verstrekking van een correcte bruto-netto specificaties, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,= ineens en € 50,= per dag, een gedeelte van een dag voor een gehele gerekend, dat El Caballo na betekening van het in deze te wijzen vonnis in gebreke blijft om de gevraagde specificatie(s) te verstrekken;\
  • veroordeling van El Caballo tot betaling van de wettelijke rente over de toegewezen bedragen;
  • veroordeling van El Caballo tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 875,=;
  • veroordeling van El Caballo in de proceskosten, inclusief de nakosten, te vermeerderen, indien betekening van de beschikking heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van deze betekening.
Primair
  • te verklaren voor recht dat er geen sprake is van een dringende reden voor het ontslag op staande voet;
  • veroordeling van El Caballo tot betaling van een bilijke vergoeding van minimaal € 15.552,= bruto;
  • veroordeling van El Caballo tot betaling van de vergoeding wegens onregelmatige opzegging ter hoogte van € 3.888,= bruto;
  • veroordeling van El Caballo tot betaling van 24,6 verlofuren, vermeerderd met 8% vakantiebijslag.
Subsidiair
- te verklaren voor recht dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar nadelen en nalaten van [verzoeker] .
[verzoeker] legt aan de vordering voormelde vaststaande feiten ten grondslag, alsmede de navolgende stellingen, zakelijk weergegeven.
2.2
[verzoeker] is sinds 1 mei 2020 bij El Caballo in dienst getreden. [verzoeker] vervulde laatstelijk de functie van chauffeur en de overeenkomst gold voor onbepaalde tijd. Op 14 jul 2023 heeft El Caballo het dienstverband via Whatsapp zonder instemming van [verzoeker] en toestemming van het UWV per direct opgezegd, zonder dat er sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Reden zou zijn het weigeren van werk. Nadien heeft El Caballo het ontslag per aangetekende brief van 19 juli 2023, gedateerd op 14 juli 2023, bevestigd. Als reden is opgegeven het maken van meerdere ernstige fouten ondanks diverse waarschuwingen en het niet geven van gevraagde terugkoppelingen aan het management. De druppel die de emmer volgens El Caballo deed overlopen was een ziekmelding van [verzoeker] , waarmee El Caballo het niets eens was. Het klopt dat [verzoeker] eerder officiële waarschuwingen gekregen heeft, onder andere na incidenten en schades aan de bedrijfswagen. Sinds 23 juni 2023 bezocht [verzoeker] regelmatig zijn huisarts vanwege klachten, hij krijgt daarvoor medicijnen, waar [verzoeker] niet goed op reageert. El Caballo blijft [verzoeker] desondanks pushen om te gaan werken. Bovendien had [verzoeker] in diezelfde periode verlof gevraagd, in ieder geval was dat zo voor 14 juli 2023, dat eerder in 2023 al was goedgekeurd. El Caballo wilde dit echter intrekken, omdat er geen andere chauffeur beschikbaar was. Dat was voor [verzoeker] in verband met de zorg voor zijn zoon echter niet mogelijk. Sinds 4 juli 2023 heeft [verzoeker] zich wegens ziekte arbeidsongeschikt gemeld. El Caballo wilde dat [verzoeker] uitkomsten van doktersbezoeken met haar zou delen. Omdat [verzoeker] die uitkomsten niet (volledig) heeft gedeeld, wordt hem verweten dat hij geen terugkoppeling heeft gegeven aan zijn leidinggevende over zijn ziekte. El Caballo accepteert de ziekmelding niet en verwijt [verzoeker] daarom, in samenhang met het intrekken van het verlof, werk te weigeren. [verzoeker] is echter niet verplicht de uitkomsten van doktersafspraken met zijn werkgever te delen. Indien El Caballo twijfelt aan de arbeidsongeschiktheid wegens ziekte van [verzoeker] , had het op haar weg gelegen een bedrijfsarts in te schakelen. Dat heeft zij niet gedaan. Het ontslag op staande voet is onterecht gegeven, omdat er geen sprake is van een rechtsgeldige dringende reden die een ontslag op staande voet rechtvaardigt. [verzoeker] heeft zich erbij neergelegd dat de arbeidsovereenkomst per 14 juli 2023 is geëindigd, de arbeidsrelatie is verstoord. [verzoeker] stelt zich op het standpunt ten laste van El Caballo recht te hebben op een bilijke vergoeding, een vergoeding wegens de onregelmatige opzegging en de transitievergoeding. Ook verzoekt [verzoeker] veroordeling van El Caballo tot betalingen van verschillende kosten, rente en het overleggen van bruto-netto specificaties, op straffe van verbeurte een dwangsom.
2.3
Na het ontslag op staande voet is er € 1.600,= netto ingehouden op het salaris van [verzoeker] . Dit betreft een verrekening van schades aan de door [verzoeker] gebruikte bedrijfswagen. Contractueel hebben partijen echter geen afspraken gemaakt over compensatie van schade aan de werkgever als een werknemer schade heeft gemaakt. Dit bedrag is dan ook ten onrechte ingehouden en wordt door [verzoeker] terggevorderd, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente.

3.Verweer

El Caballo verweert zich tegen het verzoek en voert daartoe, zakelijk weergegeven, het navolgende aan.
3.1
El Caballo verkeert al enige tijd in financiële problemen. Zij hoopte hier met de positieve bijdrage van medewerkers weer uit te komen. De gedragingen van [verzoeker] hebben echter voor veel problemen en kosten gezorgd. [verzoeker] werkte als chauffeur en had voor zijn werk een bedrijfswagen tot zijn beschikking. Hiermee heeft hij meermaals aanrijdingen en schades veroorzaakt. Ook tankte hij tegen de afspraken in te duur, raakten bedrijfseigendommen vermist, veroorzaakte hij veel verkeersboetes en liet hij zich tegenover zakenrelaties negatief uit over El Caballo . Daarnaast was [verzoeker] niet collegiaal. El Caballo is meermaals met [verzoeker] in gesprek gegaan om de samenwerking te verbeteren en heeft [verzoeker] meermaals officiële waarschuwingen gegeven. De kosten liepen op en op een zeker punt werd het El Caballo teveel. Op een zeker moment is [verzoeker] gevraagd zijn vakantie te verzetten, omdat hij als chauffeur op dat moment hard nodig was. Dit weigerde [verzoeker] . In diezelfde periode meldde [verzoeker] zich met steeds wisselende verhalen ziek, zonder El Caballo terugkoppeling te geven over het verloop. Het in dienst houden van [verzoeker] was voor El Caballo , is samenhang met de financiële situatie, niet meer vol te houden. De onderlinge verhoudingen zijn daarnaast ernstig verstoord geraakt. Een en ander heeft geleid tot het ontslag op staande voet.

4.Beoordeling

4.1
[verzoeker] heeft sinds 1 mei 2020 voor El Caballo als chauffeur gewerkt, laatstelijk tegen een salaris van € 2.400,= bruto per maand exclusief vakantiebijslag. El Caballo verkeert in financiële moeilijkheden. Tussen partijen is voorafgaand aan het ontslag van 13 juli 2023 al veel voorgevallen inzake schades, verkeersboetes en de uitvoering van bepaalde werkzaamheden. Per 4 juli 2023 heeft [verzoeker] zich ziekgemeld. Rond die periode en in ieder geval voor 14 juli 2023, had [verzoeker] verlof aangevraagd en toegezegd gekregen. Tussen partijen is daarover later discussie ontstaan, omdat El Caballo dit verlof wilde intrekken, omdat zij [verzoeker] voor werkzaamheden nodig had. El Caballo vertrouwde de ziekmelding van [verzoeker] niet en wenste inhoudelijke terugkoppeling nadat [verzoeker] zijn huisarts had bezocht. Toen [verzoeker] dit weigerde heeft El Caballo dit, in samenhang met de eerdere discussie over het al dan niet mogen c.q. kunnen opnemen van verlof, opgevat als werkweigering, op grond waarvan zij [verzoeker] op staande voet heeft ontslagen. In onderhavige procedure heeft [verzoeker] de ongeldigheid van het gegeven ontslag ingeroepen.
4.2
El Caballo twijfelde aan de ziekmelding van [verzoeker] en heeft daaraan verstrekkende gevolgen verbonden. Het had echter op haar weg gelegen om een bedrijfsarts in te schakelen die haar ten aanzien van de ziekmelding en de daaruit voortvloeiende arbeidsongeschiktheid van [verzoeker] had kunnen adviseren. [verzoeker] was niet verplicht inhoudelijk mededelingen over zijn ziekte te doen en El Caballo is niet gerechtigd zelf de ziekte van [verzoeker] te beoordelen. El Caballo heeft nagelaten een bedrijfsarts in te schakelen. Daardoor is niet vast komen te staan dat [verzoeker] niet arbeidsongeschikt was en dat hij, nog afgezien van de discussie omtrent het verlof, zich schuldig maakte aan het weigeren van werk. De dringende reden ten grondslag van het gegeven ontslag op aanstaande voet ontbreekt. Dit ontslag is dan ook ten onrechte gegeven. [verzoeker] heeft zich neergelegd bij de opzegging van El Caballo en stelt zich op het standpunt ten laste van El Caballo recht te hebben op een bilijke vergoeding, een vergoeding wegens de onregelmatige opzegging en de transitievergoeding. Ook verzoekt [verzoeker] veroordeling van El Caballo tot betalingen van verschillende kosten.
4.3
[verzoeker] heeft een billijke vergoeding gevorderd ter hoogte van zes bruto-maandsalarissen te vermeerderen met emolumenten. Hoewel een billijke vergoeding vanwege het ten onrechte gegeven ontslag op staande voet op z’n plaats is, is een vergoeding van zes maanden te vermeerderen met emolumenten onredelijk. Er is rekening mee te houden dat de arbeidsrelatie tussen partijen al enige tijd voor 13 juli 2023 verstoord was. Er waren geschillen over verlof, schades, boetes en de wijze waarop werkzaamheden uitgevoerd diende te worden. Het is daarom onwaarschijnlijk dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen zonder het onderhavige ontslag nog geruime tijd zou hebben doorgelopen. Daarnaast is rekening te houden met de financiële situatie van El Caballo . De kantonrechter acht een vergoeding van twee bruto-maandsalarissen, vermeerderd met 8% vakantiegeld op z’n plaats, te weten een bedrag van € 5.184,=.
4.4
De gevorderde vergoeding wegens onregelmatige opzegging wordt toegewezen. Op grond van artikel 7:672 lid 11 van het Burgerlijk Wetboek is de partij die opzegt tegen een eerdere dag dan tussen partijen geldt, aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. De vergoeding dient te worden berekend over de periode tussen 14 juli 2023 en 1 september 2023, daarbij rekening houdend met het geldende loon, en komt neer op een bedrag van € 3.888,=.
4.5
De gevorderde transitievergoeding van € 2.766,77 bruto komt als op de wet gegrond voor toewijzing in aanmerking, nu El Caballo als werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigd heeft, zonder dat aan het gegeven ontslag op staande voet een dringende reden ten grondslag ligt.
4.6
[verzoeker] vordert de uitbetaling van 3 vakantiedagen, te weten 24,6 vakantie-uren. Tegen deze vordering heeft El Caballo geen verweer gevoerd, waardoor deze zal worden toegewezen.
4.7
[verzoeker] vordert het door El Caballo ingehouden salaris ter hoogte van € 1.600,= terug. El Caballo stelt dit ingehouden te hebben vanwege het grote aantal schades en die [verzoeker] zou hebben gereden. [verzoeker] betwist de schades niet, maar stelt dat dit steeds ongelukken zijn geweest. Niet vast is komen te staan dat er sprake is geweest van roekeloosheid. Partijen hebben in de onderliggende arbeidsovereenkomst geen afspraken gemaakt over het vergoeden van schades aan de bedrijfswagen door [verzoeker] . De te nemen drempel voor werkgevers om schades te verhalen op werknemers is hoog. El Caballo was niet gerechtigd € 1.600,= op het salaris van [verzoeker] in te houden en dit dient dan ook te worden terugbetaald. [verzoeker] verzoekt tevens om een wettelijke verhoging van dit bedrag met 50%. De kantonrechter zal echter een wettelijke verhoging van 10% toekennen, daarbij rekening houdend met de schades en boetes waarmee El Caballo geconfronteerd is, alsmede met de nijpende financiële situatie waarin El Caballo verkeert, welke door [verzoeker] niet betwist is.
4.8
Tevens heeft [verzoeker] om gelijktijdige verstrekking van een correcte bruto-netto specificatie met betrekking tot bovenstaande vorderingen verzocht, op straffe van verbeurte van een dwangsom. El Caballo dient bruto-netto specificaties te overleggen, maar heeft om een redelijke termijn gevraagd, die haar zal worden gegeven, te weten een termijn van 14 dagen na de betekening van onderhavige beschikking. De verzochte dwangsom zal verlaagd worden naar € 100,= ineens en € 50,= per dag dat El Caballo na de gegeven termijn in gebreke blijft de gevraagde specificaties te verstrekken, tot een maximum van € 2.500,= aan totale dwangsom.
4.9
De buitengerechtelijke incassokosten zijn toewijsbaar. [verzoeker] wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure veroordeeld. De nakosten zijn daarbij inbegrepen voor zover deze kosten daadwerkelijk worden gemaakt. De nakosten worden begroot op een halve salarispunt met een maximum van € 132,00.
Beslissing
De kantonrechter:
- verklaart voor recht dat er geen sprake is van een dringende reden voor het ontslag op staande voet;
- veroordeelt El Caballo tot betaling van een bilijke vergoeding van € 5.184,= bruto;
- veroordeelt El Caballo tot betaling van de vergoeding wegens onregelmatige opzegging ter hoogte van € 3.888,= bruto;
- veroordeelt El Caballo tot uitbetaling van 24,6 verlofuren, vermeerderd met 8% vakantiebijslag;
- veroordeelt El Caballo tot betaling van de transitievergoeding ter hoogte van € 2.766,77 bruto;
- veroordeelt El Caballo tot betaling van het achterstallige salaris van € 1.600,= netto, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 10% dan wel een verhoging in goede justitie te bepalen;
- veroordeelt El Caballo tot verstrekking van correcte bruto-netto specificatie(s) binnen 14 dagen na betekening van deze beschikking, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,= ineens en € 50,= per dag, een gedeelte van een dag voor een gehele gerekend, dat El Caballo na 14 dagen betekening van deze beschikking in gebreke blijft om de gevraagde specificatie(s) te verstrekken, tot een maximum van € 2.500,= aan totale dwangsom;
- veroordeelt El Caballo tot betaling van de wettelijke rente over de toegewezen bedragen onder sub 2 tot en met 7, vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt El Caballo tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 875,=;
- veroordeelt El Caballo in de proceskosten, aan de zijde van [verzoeker] tot heden begroot op € 1.617,=, waaronder begrepen € 792,= voor salaris van de gemachtigde van [verzoeker] , onverminderd de eventueel over de verschotten verschuldigde btw;
- veroordeelt El Caballo tot betaling van € 132,= aan nasalaris, voor zover [verzoeker] daadwerkelijk nakosten zal maken, en voorts, indien betekening van deze beschikking plaatsgevonden, te vermeerderen met de explootkosten van betekening van deze beschikking;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beschikking is gegeven door kantonrechter mr. P.M. Frinking en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 november 2023.