ECLI:NL:RBDHA:2023:2721
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van Dublinverordening met betrekking tot interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, van Algerijnse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris het bestreden besluit heeft gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, waarin is bepaald dat een aanvraag niet in behandeling wordt genomen indien een andere lidstaat verantwoordelijk is. Nederland heeft op 6 januari 2023 een verzoek om overname aan Spanje gedaan, dat op 16 januari 2023 is aanvaard. Eiser betwist de afwijzing en stelt dat hij niet veilig is in Spanje, verwijzend naar zijn eerdere mishandeling in Algerije en de situatie in Spanje.
De rechtbank concludeert dat eiser niet heeft aangetoond dat er sprake is van structurele tekortkomingen in de asielprocedure en opvang in Spanje die een reëel risico op onmenselijke of vernederende behandeling met zich meebrengen. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die maken dat de overdracht van eiser onevenredige hardheid zou opleveren. Het beroep van eiser wordt dan ook kennelijk ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.