ECLI:NL:RBDHA:2023:2725
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van Dublinverordening met betrekking tot medische zorg en individuele omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de asielprocedures van een gezin van Moldavische nationaliteit, dat een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvragen niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen op basis van de Dublinverordening. De eisers hebben hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerden dat er onvoldoende rekening is gehouden met hun specifieke persoonlijke situatie, met name de medische situatie van hun dochter die scoliose heeft. De rechtbank heeft de beroepen op 23 februari 2023 behandeld, maar eisers zijn niet verschenen. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan baseren en dat eisers niet hebben aangetoond dat Duitsland zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere individuele omstandigheden zijn die maken dat de overdracht van eisers onevenredig hard zou zijn. Het beroep is ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens en openbaar gemaakt op 7 maart 2023.