ECLI:NL:RBDHA:2023:2727
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
Op 7 maart 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL23.236 en NL23.238, waarin verzoekers, van Moldavische nationaliteit, een voorlopige voorziening vroegen in verband met hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvragen niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van deze aanvragen op basis van de Dublinverordening.
De verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en verzocht om voorlopige voorzieningen. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 23 februari 2023 behandeld, maar de verzoekers en hun gemachtigde zijn niet verschenen. De staatssecretaris was wel vertegenwoordigd. Na sluiting van het onderzoek heeft de voorzieningenrechter op dezelfde dag uitspraak gedaan in de aan de verzoeken gerelateerde zaken NL23.235 en NL23.237.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, aangezien er inmiddels uitspraak is gedaan op de beroepen, er geen noodzaak meer is voor een voorlopige voorziening. De verzoeken zijn daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, in aanwezigheid van griffier mr. V. Vegter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.