Overwegingen
1. Eiser heeft de Iraakse nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1988. Op 4 augustus 2020 heeft hij een asielaanvraag ingediend.
2. Eiser heeft het volgende aan zijn asielrelaas ten grondslag gelegd. Hij is als [aanhanger conservatieve stroming] (een stroming binnen het [naam stroming 1] ) geboren en opgegroeid. Naar aanleiding van gewelddadige acties door [aanhanger conservatieve stroming] in zijn woonplaats begon eiser in 2013 te twijfelen over het [aanhanger conservatieve stroming] en is hij zich gaan verdiepen in het [naam stroming 2] . In 2015 heeft hij zich bekeerd tot het [naam stroming 2] . In hetzelfde jaar heeft hij zich ook tegenover twee vrienden kritisch uitgelaten over de geestelijk leider van de [aanhanger conservatieve stroming] . Eén van deze vrienden heeft dit tegen de neefjes van eiser verteld. Hij is vervolgens door deze neefjes en zijn oom mishandeld vanwege de opmerkingen die hij over de geestelijk leider heeft gemaakt. Eiser heeft weten te ontsnappen van zijn neefjes en oom en heeft de dag na de mishandeling Irak verlaten. Bij terugkeer naar Irak vreest hij vanwege zijn bekering te worden vermoord.
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
Bekering van de [aanhanger conservatieve stroming] naar de [naam stroming 2] stroming binnen de Islam; en,
1. De motieven voor en het proces van bekering;
2. De kennis van het nieuwe geloof, en;
3. De activiteiten, zoals bezoeken aan religieuze bijeenkomsten die een persoon onderneemt binnen de nieuwe geloofsovertuiging en het effect van de veranderingen.
Problemen vanwege deze bekering, mishandeling door neefjes.
4. Verweerder heeft de verklaringen van eiser over element a. geloofwaardig geacht. Verweerder acht eisers verklaringen over zijn bekering tot het [naam stroming 2] (element b) echter niet geloofwaardig. In de eerste plaats heeft eiser zijn motieven voor en het proces van zijn bekering tot het [naam stroming 2] niet inzichtelijk gemaakt. De verklaringen van eiser over wat hem aansprak in het [naam stroming 2] en waarom hij deze stroming is gaan onderzoeken zijn namelijk erg summier en niet persoonlijk. Daar komt bij dat de overweging in de eerdere uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Den Bosch dat eisers verklaringen op dit punt ontoereikend zijn in rechte vaststaat. Ten aanzien van eisers kennis over het [naam stroming 2] stelt verweerder zich op het standpunt dat eiser op zichzelf voldoende kan verklaren over de verschillende imams en profeten binnen het [naam stroming 2] . Hij heeft volgens verweerder echter niet inzichtelijk gemaakt waarom deze kennis voor hem persoonlijk van belang is en wat dit met hem doet. Ook is hij niet in staat gebleken inzichtelijk te maken wat er concreet is veranderd in zijn leven na zijn bekering. Hij heeft verklaard dat zijn bekering hem menselijkheid, vergiffenis en rechtvaardigheid heeft gebracht, maar kan niet uitleggen hoe dit doorwerkt in zijn leven. Verweerder acht het verder niet aannemelijk dat eiser in zijn huis in Irak nooit heeft kunnen bidden. Bovendien heeft eiser verklaard in de afgelopen maanden niet te hebben gebeden omdat hij met andere dingen bezig was in het hoofd. Deze verklaringen zijn volgens verweerder inconsistent, nu eiser heeft aangegeven dat het belangrijk voor hem is om op de [naam stroming 2] manier te bidden en dat het hem druk oplegde als het niet kon. Nu eiser geen genoegzame verklaring heeft kunnen geven over het proces en het motief van zijn bekering en hij daarnaast niet aannemelijk heeft weten te maken wat de kennis en de activiteiten die hij ten aanzien van zijn nieuwe religie heeft ontplooid persoonlijk voor hem betekent en welke verandering dit bij hem teweeg heeft gebracht, concludeert verweerder dat eiser zijn bekering niet aannemelijk heeft gemaakt.
5. Verweerder heeft eisers verklaringen over de mishandeling door zijn neefjes (element c) evenmin geloofwaardig geacht. Nu het volgens verweerder niet geloofwaardig wordt geacht dat eiser is bekeerd tot het [naam stroming 2] , wordt ook niet geloofwaardig geacht dat hij hierdoor problemen zou hebben ondervonden. Daar komt bij dat het onlogisch is dat hij zich negatief heeft uitgelaten over de geestelijk leider, omdat al zijn vrienden en familieleden [aanhanger conservatieve stroming] zijn en eiser weet dat er [aanhanger conservatieve stroming] zijn die anders denken geweld aan doen. Daarnaast heeft eiser nagelaten gedetailleerde verklaringen over de mishandeling af te leggen en heeft hij ook niet aannemelijk weten te maken hoe hij heeft weten te vluchten. Verder stelt verweerder dat de bij de correcties en aanvullingen bij het nader gehoor afgelegde verklaring dat eiser met een harpoen is beschoten, niet rijmt met zijn verklaring tijdens het nader gehoor dat hij enkel is geslagen.
6. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en voert daartoe het volgende aan. Hij heeft coherent verklaard over zijn bekering, waardoor zijn asielrelaas geloofwaardig moet worden bevonden. Verweerder heeft ten onrechte niet het voordeel van de twijfel aan eiser verleend. Niet is gebleken dat bij de beoordeling van zijn asielrelaas een bekeringscoördinator is geraadpleegd. Daarnaast heeft verweerder opnieuw niet kenbaar gemotiveerd op welke wijze de elementen ‘kennis van het nieuwe geloof’ en ‘in het kader van het nieuwe geloof ontplooide activiteiten’ niet toereikend zijn om de verklaringen van eiser over het element ‘motieven voor en het proces van bekering’ te kunnen compenseren. Uit Werkinstructie 2022/3 blijkt dat verweerder deze elementen in hun samenhang moet beoordelen en op zoek moet gaan naar het authentieke verhaal. Dat is volgens eiser onvoldoende gebeurd. Bovendien compenseert eisers kennis van het [naam stroming 2] zijn verklaringen over de motieven voor en het proces van bekering. Daar komt bij dat deze kennis met verloop van tijd alleen maar is gegroeid. Verweerder werpt ten onrechte tegen dat eiser niet kan aangeven waarom deze kennis voor hem van belang is. Hij heeft namelijk verklaard dat het hem gaat om de waarheid over het geloof. Hij had er grote problemen mee dat binnen het [aanhanger conservatieve stroming] de familieleden van de profeet verborgen worden gehouden. Zijn kennis van de waarheid over het geloof zijn voor hem persoonlijk van belang. Eiser bestrijdt ook verweerders standpunt dat hij niet persoonlijk en summier heeft verklaard over wat hem aansprak in het [naam stroming 2] toen hij nog [aanhanger conservatieve stroming] was. Hij heeft verklaard een afkeer te hebben van het [aanhanger conservatieve stroming] vanwege de gewelddadige natuur van deze stroming. Dit is een persoonlijke en authentieke reden. Verder heeft verweerder volgens eiser ten onrechte aan hem tegengeworpen dat hij niet heeft kunnen uitleggen wat er concreet in zijn leven na de bekering is veranderd. Hij heeft namelijk aangegeven mensen te respecteren en te willen helpen. Hier heeft hij ook een voorbeeld van gegeven. Daarnaast is van belang dat hij in Nederland op de [naam stroming 2] manier is gaan bidden, terwijl hij dit niet in Irak kon. Verweerder heeft ten onrechte het standpunt ingenomen dat eiser ook in Irak op deze wijze kon bidden. Hij leefde daar namelijk in een stammengemeenschap waar iedereen elk moment op de dag bij elkaar naar binnen kon lopen. Ook luistert eiser regelmatig naar [naam stroming 2] gedichten, ging hij in Zweden naar de moskee en bezoekt hij ook in Nederland een [naam stroming 2] moskee. Verder bestrijdt eiser verweerders standpunt dat hij summier heeft verklaard over wat zijn nieuwe religie hem heeft opgeleverd. Ook is eiser het niet eens met het standpunt van verweerder dat hij innerlijk tegenstrijdig heeft gehandeld door enerzijds te verklaren als afvallige te worden gezien als je de geestelijk leider niet gehoorzaamd en de groepering niet in het openbaar te durven bekritiseren, maar anderzijds heeft verklaard de geestelijk leider in het bijzijn van twee [aanhanger conservatieve stroming] vrienden te hebben uitgescholden. Hij heeft deze uitspraak namelijk niet in het openbaar gedaan en zijn vrienden waren niet extremistisch. Ook heeft hij zich weliswaar uitgelaten over de geestelijk leider, maar niet over zijn bekering naar het [naam stroming 2] .
7. Omdat volgens eiser ten onrechte zijn verklaringen over zijn bekering ongeloofwaardig zijn bevonden, heeft verweerder ook ten onrechte de problemen die hij vanwege zijn bekering heeft ondervonden niet geloofwaardig geacht. Hij heeft voldoende gedetailleerde verklaringen afgelegd over het incident van zijn neefjes. Door de stress en het trauma van eiser is hij vergeten tijdens het gehoor over de beschieting met de harpoen te verklaren.
8. Ten aanzien van eisers stelling dat opnieuw niet is gebleken dat bij de beoordeling van zijn asielrelaas een bekeringscoördinator is geraadpleegd, overweegt de rechtbank als volgt. Deze rechtbank, zittingsplaats Den Bosch heeft in haar uitspraak van 25 maart 2022 al overwogen dat verweerder in zaken waarin een bekeringsmotief speelt kan volstaan met de mededeling dat een bekeringscoördinator is geraadpleegd en niet is gehouden tot een inhoudelijke uiteenzetting van de bevindingen van de bekeringscoördinator en het tijdstip van die bevindingen. Nu verweerder in het bestreden besluit heeft opgenomen dat de bekeringscoördinator blijkens een interne minuut op 31 mei en 22 juni 2022 is geraadpleegd, is dan ook voldoende gebleken dat bij de beoordeling van eisers asielrelaas een bekeringscoördinator is betrokken.
Geloofwaardigheid van eisers bekering tot het [naam stroming 2]
9. De rechtbank stelt vast dat deze rechtbank, zittingsplaats Den Bosch in de uitspraak van 25 maart 2022 heeft geoordeeld dat verweerder zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat eisers verklaringen over de motieven voor en het proces van bekering ontoereikend zijn, omdat hij niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom hij [naam stroming 2] wilde worden.In deze procedure ligt enkel nog de vraag voor of verweerder kenbaar en deugdelijk heeft gemotiveerd dat de verklaringen van eiser over zijn kennis van het [naam stroming 2] (element 2) en de door eiser in het kader van het [naam stroming 2] ontplooide activiteiten (element 3) de ontoereikend bevonden verklaringen over de motieven voor en het proces van bekering (element 1) niet compenseren.
10. In de uitspraak van 12 mei 2021heeft de Afdelinggeoordeeld dat verweerder in bekeringszaken, in het geval hij de verklaringen van de vreemdeling over element 1 ontoereikend acht, kenbaar moet motiveren wat hij van de verklaringen van de vreemdeling over elementen 2 en 3 vindt en waarom die verklaringen zijn ontoereikende verklaringen over het eerste element niet kunnen compenseren. Volgens de Afdeling is hierbij vereist dat een vreemdeling kan uitleggen waarom hij over zijn bekeringsmotieven en -proces minder goed kan verklaren en moet hij ten aanzien van de andere twee elementen overtuigend kunnen verklaren over zijn eigen ervaringen en persoonlijke beleving. Hierbij geldt, zo volgt ook uit Werkinstructie 2022/3, dat het enkele gegeven dat de vreemdeling kennis heeft van zijn nieuwe geloof en in dat kader activiteiten ontplooit, op zichzelf nog niet voldoende is om zijn ontoereikende verklaren ten aanzien van element 1 te compenseren. Het gaat verweerder er in deze gevallen met name om dat de vreemdeling overtuigend kan verklaren wat deze kennis en activiteiten persoonlijk voor hem betekenen en welke verandering zij bij hem teweeg hebben gebracht.
11. De rechtbank stelt vast dat een deel van de beroepsgronden van eiser is gericht tegen verweerders standpunt dat eisers verklaringen over zijn motieven voor en het proces van zijn bekering tot het [naam stroming 2] ontoereikend zijn. De rechtbank zal, gelet op de eerdere uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Den Bosch, niet op deze gronden ingaan nu in rechte vaststaat dat verweerder zich op dit standpunt heeft kunnen stellen.
12. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in het bestreden besluit voldoende heeft gemotiveerd dat eisers verklaringen over elementen 2 en 3 zijn verklaringen over element 1 niet compenseren, omdat eiser onvoldoende inzicht heeft geboden in wat zijn kennis van het [naam stroming 2] en de door hem ontplooide activiteiten hem persoonlijk hebben gebracht. Eiser heeft verklaard dat het hem gaat over de waarheid van het geloof, die binnen het [aanhanger conservatieve stroming] niet volledig wordt verteld en binnen het [naam stroming 2] juist wel. Verweerder heeft aan eiser kunnen tegenwerpen dat hij hiermee niet aannemelijk heeft gemaakt wat die waarheid voor hem is, wat de waarheid over de profeet zegt en waarom juist dit voor hem persoonlijk van belang is. Verweerder heeft eiser meerdere keren gevraagd wat hem zo aansprak in het [naam stroming 2] , maar eiser blijft met zijn antwoorden steeds steken in algemeenheden over zijn kennis van de [naam stroming 2] profeten en het geloof. Eiser heeft hiermee onvoldoende inzichtelijk gemaakt welke effecten het opdoen van kennis van het [naam stroming 2] en het ontplooien van activiteiten binnen zijn nieuwe geloof persoonlijk bij hem teweeg hebben gebracht. De enkele verklaring dat hij zijn hele leven wordt voorgelogen en dat hij nu de waarheid weet is onvoldoende persoonlijk. Dat zijn kennis van het [naam stroming 2] met de verloop van tijd verder is gegroeid maakt dit oordeel niet anders. Hieruit blijkt immers niet wat die (groei van) kennis persoonlijk voor hem betekent.
13. Verweerder heeft ook kunnen tegenwerpen dat eiser niet inzichtelijk heeft gemaakt wat er na zijn bekering tot het [naam stroming 2] concreet in zijn leven is veranderd. Eiser heeft in dit verband verklaard dat hij mensen wil helpen en respecteren en dat hij dit in Irak niet kon, maar in Nederland wel.Hij heeft echter ook verklaard dat het behulpzaam zijn niets te maken heeft met het geloof, maar met zijn persoonlijkheid.Eiser heeft hiermee niet aannemelijk gemaakt dat het helpen van mensen een gedragsverandering is die door zijn bekering teweeg is gebracht. Verweerder heeft daarnaast kunnen tegenwerpen dat eiser inconsistent heeft verklaard over het op een andere wijze gaan bidden. Enerzijds heeft hij verklaard dat hij niet op de [naam stroming 2] wijze kon bidden in Irak en dat dit hem psychische druk en een gevoel van machteloosheid opleverde.Anderzijds heeft eiser verklaard dat hij in Nederland wel kan bidden, maar dat hij de laatste maanden geen tijd heeft gehad om te bidden.Eiser heeft hiermee niet aannemelijk gemaakt dat het op een andere wijze bidden een belangrijke verandering in zijn leven heeft gebracht.
14. Eiser heeft op de zitting, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 24 maart 2021, aangevoerd dat eiser opnieuw had moeten worden gehoord omdat er geruime tijd is verstreken sinds het nader gehoor en sprake is van geloofsgroei. De rechtbank overweegt dat eiser in deze zaak, anders dan in de uitspraak van de Afdeling het geval was, niet in de zienswijze heeft aangevoerd dat zijn geloofsovertuiging zich sinds het laatste gehoor heeft ontwikkeld en hij daarom opnieuw wilde worden gehoord. Eiser heeft eerst op de zitting aangevoerd dat hij opnieuw wil worden gehoord. Dit is naar het oordeel van de rechtbank te laat. Verweerder was dan ook niet gehouden eiser opnieuw te horen.
Geloofwaardigheid van eisers mishandeling door zijn oom en neefjes
14. De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder, nu hij eisers verklaringen over zijn bekering niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht, ook eisers verklaringen over de mishandeling door zijn oom en neefjes wegens zijn negatieve uitlatingen over het [aanhanger conservatieve stroming] ongeloofwaardig heeft kunnen achten. Daar komt bij dat eiser geen afdoende verklaring heeft gegeven waarom hij pas in de correcties en aanvullingen op het nader gehoor melding heeft gemaakt dat hij bij zijn vlucht door een harpoen zou zijn beschoten. Dat eiser door de stress en het trauma is vergeten dit te verklaren tijdens het nader gehoor, vormt hiervoor geen afdoende verklaring. De stelling dat eiser bij het wegvluchten met de harpoen is beschoten en verweerder eiser niet specifiek heeft gevraagd of er nadat hij wegrende nog op enige wijze geweld is toegepast, leidt evenmin tot een ander oordeel. Verweerder heeft eiser immers gevraagd of zijn neefjes hem naast te slaan nog op een andere manier hebben mishandeld.Verweerder heeft het dan ook bevreemdend mogen achten dat eiser hierbij niet over de beschieting met de harpoen heeft verklaard.
15. Het beroep is ongegrond.
16. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.