ECLI:NL:RBDHA:2023:2852
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring van een Marokkaanse vreemdeling en de voortvarendheid van de uitzetting
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een Marokkaanse vreemdeling. De maatregel van bewaring was op 25 december 2022 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, en eiser had hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 3 maart 2023, waarbij zowel eiser als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Eiser stelde dat verweerder onvoldoende voortvarend aan zijn uitzetting werkte, aangezien de aanvraag voor een laissez-passer (lp) al in oktober 2022 was ingediend, maar hij nog steeds niet was gepresenteerd voor uitzetting.
De rechtbank heeft overwogen dat verweerder voldoende voortvarend aan de uitzetting werkt. Er zijn meerdere gesprekken gevoerd en schriftelijke rappelages gedaan door verweerder. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de lp-aanvraag enige tijd in behandeling is, er geen bijzondere omstandigheden zijn die vereisen dat verweerder met meer voortvarendheid zou moeten handelen. Eiser heeft niet actief meegewerkt aan zijn terugkeer en heeft geen documenten overgelegd om zijn identiteit en nationaliteit aan te tonen. De rechtbank concludeerde dat de voortduring van de maatregel van bewaring rechtmatig is en dat het beroep ongegrond is. Het verzoek om schadevergoeding werd eveneens afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, rechter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.