In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 10 februari 2023, zijn meerdere zaken behandeld met betrekking tot de zorgtoeslag van eiser over de jaren 2018, 2019, en de herzieningsverzoeken voor de jaren 2016, 2017, 2020 en 2021. Eiser, die geregistreerd staat als gemoedsbezwaarde, heeft beroep ingesteld tegen de besluiten van de Belastingdienst/Toeslagen, waarin zijn zorgtoeslag definitief op nihil is vastgesteld. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de beroepen beoordeeld en vastgesteld dat de zorgtoeslag terecht op nihil is vastgesteld, omdat eiser geen zorgverzekering heeft afgesloten en dus geen premies betaalt. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de verzoeken om herziening van de zorgtoeslag ongegrond zijn, aangezien eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor het ontvangen van zorgtoeslag. Daarnaast is het verzoek om toepassing van de hardheidsclausule afgewezen, omdat hiertegen geen beroep openstaat. De rechtbank heeft de beroepen van eiser, voor zover gericht tegen het bestreden besluit I en de brief van 10 oktober 2022, niet-ontvankelijk verklaard, en de beroepen inzake de bestreden besluiten II en III ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.