ECLI:NL:RBDHA:2023:3446

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 maart 2023
Publicatiedatum
17 maart 2023
Zaaknummer
AWB 22-4250
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 maart 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, een Indiase nationaliteit houder, had op 5 juli 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Hiertegen heeft verzoeker bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat op het bezwaar was beslist.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Het verzoek om voorlopige voorziening werd echter niet-ontvankelijk verklaard omdat verzoeker het vereiste griffierecht van € 184,- niet tijdig had betaald. De griffier had verzoeker in een aangetekende brief van 22 november 2022 de gelegenheid gegeven om het griffierecht binnen twee weken te voldoen, maar verzoeker heeft hier niet aan voldaan.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar was en heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22 / 4250

uitspraak van de voorzieningenrechter van in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
van Indiase nationaliteit,
V-nummer: [vnummer] .
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 5 juli 2022 heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen op
5 juli 2022 bezwaar gemaakt.
Bij verzoekschrift van 5 juli 2022 heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting achterwege wordt gelaten tot op het bezwaar is beslist.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die een verzoek om voorlopige voorziening indient, moet op grond van artikel 8:82, eerste lid, van de Awb griffierecht betalen. In een zaak als deze is het griffierecht op grond van artikel 8:82, eerste lid, van de Awb in samenhang met artikel 8:41, tweede lid van de Awb € 184,-. De griffier van de rechtbank stelt op grond van artikel 8:82, derde lid, van de Awb een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Dat betekent in dit verband dat het hele bedrag binnen die termijn is bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dat het binnen die termijn is betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig wordt betaald, verklaart de rechtbank op grond van artikel 8:82, derde lid, van de Awb het verzoek niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
3. De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 22 november 2022 verzoeker in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen twee weken na dagtekening van die brief.
4. Verzoeker heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
5. Het verzoekschrift is daarom niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
B. van der Wiel, griffier
,en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.