Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond; en
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel was gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser had op 27 februari 2023 zijn asielaanvraag ingetrokken, waarna de staatssecretaris de grondslag van de bewaring heeft gewijzigd. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, dat tevens als verzoek om schadevergoeding werd aangemerkt. Tijdens de zitting, die op 8 maart 2023 plaatsvond in Breda, was eiser aanwezig via een beeldverbinding en werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. S.A.M. Fikken, met A. Khabote als tolk. De rechtbank heeft na de behandeling van de zaak onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had gehandeld door de maatregel van bewaring op te leggen, gezien het risico dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank stelde vast dat er een geldig terugkeerbesluit was uitgevaardigd en dat er voldoende zicht was op uitzetting naar Marokko. De rechtbank concludeerde dat de gronden voor de maatregel van bewaring feitelijk juist waren en voldoende waren toegelicht. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak, waarbij hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking van het proces-verbaal.