13.2.Het beroep van eiseres op het gelijkheidsbeginsel slaagt dus niet.
14. De conclusie van het voorgaande is dat het college heeft kunnen besluiten de op 19 september 2019 aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen van een berging en een tweelaagse aanbouw te weigeren.
Het bestreden besluit III (SGR 21/2020)
15. Vanuit praktisch oogpunt zal de rechtbank eerst het beroep tegen het bestreden besluit III inhoudelijk beoordelen, voordat ingegaan wordt op het beroep tegen het bestreden besluit II. Het verschil tussen de bouwplannen die ten grondslag liggen aan de bestreden besluiten I en III is dat het bouwplan van het bestreden besluit I ziet op een tweelaagse aanbouw, terwijl het bouwplan van het bestreden besluit III ziet op een eenlaagse aanbouw. In beide bouwplannen is bovendien in de tuin een berging voorzien.
16. Tussen partijen is niet in geschil dat het deel van de aanbouw dat binnen de bestemming “Tuin” in het voorerfgebied is gesitueerd, in strijd is met het bestemmingsplan, omdat (op grond van artikel 14.2.2, aanhef en onder a, van de planregels) op gronden met deze bestemming geen gebouwen gebouwd mogen worden.
De oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken
17. Eiseres voert aan dat het college er ten onrechte van uitgaat dat dit bouwplan in strijd is met artikel 18.2.3, aanhef en onder h, van de planregels, dan wel dat de overschrijding van de maximum te bebouwen oppervlakte kleiner is dan waar het college van uitgaat. In dit kader is de oppervlakte van het achtererfgebied van belang. Indien het achtererfgebied 140 m2 groot is, dan kan dat achtererfgebied volgens de planregels in ieder geval tot 70 m2 worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken. Een gedeelte van de zijaanbouw ter grootte van 1,75 m2 bevindt zich niet in het achtererfgebied en telt om die reden niet mee bij de toepassing van artikel 18.2.3, aanhef en onder h, van de planregels. Verder is hierbij van belang dat de oppervlakte van de bestaande veranda relevant is voor de toepassing van het bestemmingsplan, ondanks dat de aanvraag geen betrekking heeft op de bestaande veranda. De veranda is kleiner dan is aangegeven op de bouwtekeningen bij de aanvraag, namelijk 29,13 m2 in plaats van 31,48 m2. Dit heeft tot gevolg dat het totaal van de gerealiseerde bijbehorende bouwwerken op 77 m2 komt (29,13 m2 van de veranda, 28,12 m2 van de zijaanbouw en 19,75 m2 van de berging). Dit betekent dat er maximaal een overschrijding is van 5,25 m2 (77m2 aan bestaande bebouwing – 1,75 m2 in voorerf – 70 m2 maximaal toegestaan conform bestemmingsplan).Wat betreft de uitleg van artikel 18.2.3, aanhef en onder h, in samenhang met artikel 2.3 van de planregels voert eiseres hetzelfde aan als zij tegen het bestreden besluit I heeft aangevoerd, zoals eerder is weergegeven in 4.