ECLI:NL:RBDHA:2023:371

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 januari 2023
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
NL22.8683
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet ontvankelijkheid van asielaanvraag en bestuurlijke dwangsom

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had op 26 juli 2021 een asielaanvraag ingediend, welke op 10 mei 2022 door de staatssecretaris was ingewilligd. Eiseres heeft op 16 mei 2022 beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij zij stelde dat de staatssecretaris een bestuurlijke dwangsom had verbeurd. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.8683

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser], eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M. Spapens),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

(gemachtigde: mr. B. Asadoella

Procesverloop

Bij besluit van 10 mei 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres van 26 juli 2021 ingewilligd.
Eiseres heeft op 16 mei 2022 beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank doet met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Het procesbelang van eiseres is gelegen in de vraag of verweerder een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd. De Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND (Tijdelijke wet) sluit uit dat de artikelen 4:17 tot en met 4:19 en 8:55c van de Awb worden toegepast op besluiten op asielaanvragen. Om die reden kan verweerder aan eiseres geen bestuurlijke dwangsommen verbeuren. Eiseres stelt evenwel dat de Tijdelijke wet in zoverre onverbindend is wegens strijd met het Unierecht. Hierbij verwijst zij onder meer naar de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 22 april 2022. [1]
2. Bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de hier aan de orde gestelde regeling met het Unierecht geldt dat het buiten toepassing laten van de bestuurlijke dwangsomregeling niet mag resulteren in voor asielaanvragen ongunstiger procedurevoorschriften dan die welke gelden voor soortgelijke situaties naar nationaal recht (gelijkwaardigheidsbeginsel). Daarnaast mag de uitoefening van het door het Unierecht verleende recht op internationale bescherming in de praktijk niet onmogelijk of uiterst moeilijk worden gemaakt (doeltreffendheidsbeginsel).
3. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft bij uitspraak van 30 november 2022 [2] geoordeeld dat artikel 1 van de Tijdelijke wet, voor zover het de uitsluiting van bestuurlijke dwangsommen betreft, niet in strijd is met het doeltreffendheidsbeginsel en evenmin met het gelijkwaardigheidsbeginsel. Dit heeft tot gevolg dat verweerder geen dwangsommen verschuldigd is. Hierdoor kan eiseres met het beroep niet bereiken wat zij wil, zodat het procesbelang ontbreekt.
4. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.