ECLI:NL:RBDHA:2023:3737

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 maart 2023
Publicatiedatum
22 maart 2023
Zaaknummer
NL23.4065
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met verwijzing naar verantwoordelijkheidsbeginsel

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 8 februari 2023, hield in dat de aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.

Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, terwijl de Staatssecretaris een verweerschrift indiende. De zitting vond plaats op 8 maart 2023, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in de aan deze zaak gerelateerde zaak NL23.4064, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Het verzoek om voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage-van den Bosch, in aanwezigheid van mr. M.J.C. ten Hoopen als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.4065

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. J.M. Suurmeijer),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.P. Gaal-de Groot).

Procesverloop

1. Bij besluit van 8 februari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
1.1
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
1.3
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.4064, op 8 maart 2023 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.4064, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2.1
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage-van den Bosch, rechter, in aanwezigheid van mr. M.J.C. ten Hoopen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.