ECLI:NL:RBDHA:2023:383

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 januari 2023
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
NL22.10080
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en vaststelling van bestuurlijke dwangsom

In deze zaak heeft eiser op 1 juni 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 12 augustus 2021 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft op 5 augustus 2022 de asielaanvraag ingewilligd. Eiser heeft desondanks aangegeven het beroep te handhaven. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 6:20, derde lid, van de Awb het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ook betrekking heeft op het alsnog genomen besluit, tenzij dit geheel aan het beroep tegemoet komt. Aangezien verweerder op 5 augustus 2022 heeft beslist op de asielaanvraag, is het procesbelang komen te vervallen. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk voor zover het gericht is tegen het niet tijdig nemen van een besluit.

Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser in zijn beroep aanvoert dat verweerder ten onrechte niet is uitgegaan van de door hem opgegeven identiteit. De rechtbank concludeert echter dat de door eiser overgelegde documenten vals zijn bevonden en dat hij geen contra-expertise heeft overgelegd. Hierdoor is het beroep, voor zover het ziet op de aannemelijkheid van de door eiser opgegeven identiteit, kennelijk ongegrond.

De rechtbank heeft wel geoordeeld dat eiser terecht beroep heeft ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag en heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 837,-. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.10080

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. M.S. Yap),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 1 juni 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 12 augustus 2021.
Bij besluit van 5 augustus 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van eiser ingewilligd.
Desgevraagd heeft eiser de rechtbank medegedeeld dat het beroep wordt gehandhaafd.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:20, derde lid, van de Awb heeft het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit mede betrekking op het alsnog genomen besluit, tenzij dit geheel aan het beroep tegemoet komt.
2. De rechtbank stelt vast dat verweerder op 5 augustus 2022 heeft beslist op de asielaanvraag van eiser. Hiermee is het procesbelang komen te vervallen. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk, voor zover het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
3. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft in een uitspraak van 30 november 2022 [1] geoordeeld dat artikel 1 van de Tijdelijke wet [2] , voor zover daarin het verbeuren van bestuurlijke dwangsommen wordt uitgesloten, niet in strijd is met het Unierechtelijk gelijkwaardigheids- en doeltreffendheidsbeginsel en evenmin met artikel 47 van het Handvest [3] . Nu eiser hiermee niet kan bereiken wat hij wil, ontbreekt het procesbelang. Het beroep is daarom ook kennelijk niet-ontvankelijk voor zover het ziet op de stelling dat verweerder aan eiser bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd.
4. Eiser voert aan dat verweerder in het besluit van 5 augustus 2022 ten onrechte niet is uitgegaan van de door hem opgegeven identiteit, inclusief de door hem opgegeven geboortedatum. Eiser stelt dat hij de door hem opgegeven identiteit voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Uit het besluit van 5 augustus 2022 blijkt echter dat de daartoe overgelegde documenten vals zijn bevonden en dat eiser geen contra-expertise heeft overgelegd. Nu eiser zijn stelling niet met andere documenten heeft onderbouwd is het beroep, voor zover het ziet op de aannemelijkheid van de door eiser opgegeven identiteit, kennelijk ongegrond.
5. Eiser heeft terecht beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank ziet daarom aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 837,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep, voor zover dat is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, niet-ontvankelijk;
  • verklaart het beroep, voor zover dat is gericht op de vaststelling van de bestuurlijke dwangsom, kennelijk niet-ontvankelijk;
  • verklaart het beroep, voor zover dat is gericht tegen het bestreden besluit, ongegrond;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 837,- (achthonderdzevenendertig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

2.Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND.
3.Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.