ECLI:NL:RBDHA:2023:4025
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 23 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een Sri Lankaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 7 december 2022 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 10 januari 2023 is het verzoek behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. F.W. Verweij, en een tolk, N. Kumarasamy. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. L. Denishin.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, onder zaaknummer NL22.25651, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 23 januari 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.