ECLI:NL:RBDHA:2023:4246

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 maart 2023
Publicatiedatum
29 maart 2023
Zaaknummer
NL22.23316
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en niet tijdig beslissen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft eiseres op 15 november 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag, die op 2 februari 2022 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 9 maart 2023 de asielaanvraag van eiseres ingewilligd. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank overweegt dat, nu de asielaanvraag is ingewilligd, het beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk is. Dit is in overeenstemming met artikel 6:20, derde lid, van de Awb, dat stelt dat als het bestuursorgaan aan de indiener van het beroep is tegemoetgekomen, er geen procesbelang meer is.

Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de staatssecretaris veroordeeld moet worden in de proceskosten die eiseres heeft gemaakt. Dit is mogelijk, zelfs als het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, wanneer het bestuursorgaan tijdens het beroep alsnog een besluit heeft genomen. De proceskosten zijn vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' heeft toegepast omdat de zaak uitsluitend betrekking had op het niet tijdig beslissen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.23316

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1], eiseres, V-nummer: [nummer]

mede namens haar minderjarige kind
[naam 2]
(gemachtigde: mr. H.C.Ch. Kneuvels),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 15 november 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag van 2 februari 2022.
Bij besluit van 9 maart 2023 heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres ingewilligd.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Voor zover het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de asielaanvraag van eiseres, dient te worden vastgesteld dat met de inwilliging van deze aanvraag aan het beroep is tegemoetgekomen zodat eiseres gelet op artikel 6:20, derde lid, van de Awb geen procesbelang meer heeft. Het beroep is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk.
2. De vraag doet zich voor of verweerder dient te worden veroordeeld in de door eiseres gemaakte proceskosten. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. Ook wanneer een beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, bestaat daartoe de mogelijkheid. Dat is in het bijzonder het geval als het bestuursorgaan aan de indiener van het beroep is tegemoetgekomen. Dit volgt uit vaste jurisprudentie van de Afdeling, bijvoorbeeld de uitspraak van 15 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2068. Daarvan is in dit geval sprake aangezien verweerder hangende het beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag alsnog een besluit op deze asielaanvraag heeft genomen.
3. De rechtbank stelt de proceskosten op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 418,50 bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837,- en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is omdat de zaak uitsluitend betrekking heeft op het niet tijdig beslissen.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
 veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten ter hoogte van € 418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.