ECLI:NL:RBDHA:2023:4259
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig beslissen
In deze zaak hebben eisers, een Iraans gezin, op 30 juni 2019 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 19 december 2019 besloten om de aanvragen niet in behandeling te nemen, wat door de rechtbank op 30 juni 2021 is vernietigd. De Staatssecretaris heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, maar dit werd op 1 juli 2022 ingetrokken. Eisers hebben vervolgens op 26 augustus 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Staatssecretaris. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit en dat de ingebrekestelling van eisers niet geldig was, omdat de wettelijke beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor zijn de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.