In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. Eiser is op 11 januari 2023 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Hij heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een zitting niet nodig was en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
Eiser heeft aangevoerd dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid onvoldoende voortvarend handelt bij zijn uitzetting naar Marokko, terwijl hij al bijna drie maanden in bewaring zit. Eiser stelt dat zijn gezondheid achteruitgaat en dat de situatie niet langer draagbaar is. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er sinds de sluiting van het vorige onderzoek op 7 maart 2023 verschillende stappen zijn ondernomen om de uitzetting te bespoedigen, waaronder gesprekken met eiser en communicatie met de Marokkaanse autoriteiten.
De rechtbank heeft ook overwogen dat in eerdere uitspraken al is geoordeeld over de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring en dat eiser niet heeft aangetoond dat zijn gezondheid zodanig is verslechterd dat de maatregel onevenredig bezwarend is. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om het voortduren van de bewaring onrechtmatig te achten. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.