ECLI:NL:RBDHA:2023:4633

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 maart 2023
Publicatiedatum
3 april 2023
Zaaknummer
NL23.5467
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag Venezolaanse eiser wegens gebrek aan fundamentele politieke overtuiging

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 maart 2023 uitspraak gedaan in het beroep van een Venezolaanse eiser die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De eiser, die eerder een asielaanvraag had ingediend die was afgewezen, stelde dat hij significante kritiek had geuit op de Venezolaanse autoriteiten via sociale media en deelname aan demonstraties in Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de politieke activiteiten van eiser in Nederland niet als diepgeworteld of fundamenteel konden worden aangemerkt, en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de negatieve belangstelling van de Venezolaanse autoriteiten staat. De rechtbank oordeelde dat de eiser onvoldoende bewijs had geleverd dat zijn politieke overtuiging een wezenlijk onderdeel van zijn identiteit vormt. De rechtbank heeft ook overwogen dat de autoriteiten in Venezuela niet op de hoogte zijn van de politieke activiteiten van eiser in Nederland, en dat de vrees voor vervolging bij terugkeer naar Venezuela niet aannemelijk is. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en de afwijzing van de asielaanvraag bevestigd.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.5467
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. S.J. Koolen),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. P. Boelhouwer).

Procesverloop

Bij besluit van 15 februari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL23.5468, op 9 maart 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen
J. Delhaas. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt van Venezolaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1996.
2. Eiser heeft eerder een asielaanvraag ingediend. Verweerder heeft deze aanvraag bij besluit van 10 februari 2020 afgewezen. Dit besluit is na de uitspraak van 14 april 2021 van de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State (Afdeling) onherroepelijk geworden. Op 26 april 2022 heeft eiser deze opvolgende asielaanvraag ingediend.
3. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij significante kritiek heeft geuit op de Venezolaanse autoriteiten via onder andere Twitter en door middel van deelname aan verschillende demonstraties in Nederland. Eiser stelt dat hij als gevolg van deze significante kritiek behoort tot een risicogroep als bedoeld in het landenbeleid ten
aanzien van Venezuela.1 Eiser heeft bij zijn aanvraag en in aanvulling op zijn gehoor foto’s overgelegd van zijn deelname aan vier demonstraties op 26 oktober 2021, 10 december 2021, 24 oktober 2022 en op 10 december 2022, screenshots van zijn Twitteraccount waarop te zien is dat hij foto’s van de demonstraties gedeeld heeft, screenshots van Facebookberichten en van een retweet van 22 maart 2022 op zijn Twitterpagina van een Tweet waarin president Maduro wordt beledigd, screenshots van openbare Twitterpagina's met foto’s waarop eisers deelname aan demonstraties van politieke organisaties Vente Mundo, de Foundation NewGeneration en Servicio de lnformación Pública te zien is en van een Instagramaccount evtvmiami met een tweet van Sandra Prado.
4. Verweerder heeft de politieke activiteiten van eiser in Nederland geloofwaardig bevonden. Verweerder heeft de opvolgende asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat bij eiser geen sprake is van een fundamentele politieke overtuiging. Van eiser mag daarom terughoudendheid worden verwacht ten aanzien van het uiten van zijn politieke overtuiging bij terugkeer. Voorts heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij vanwege zijn politieke activiteiten in de negatieve belangstelling van de Venezolaanse autoriteiten staat of zal komen te staan. Dat is in de vorige asielprocedure ook niet geloofwaardig bevonden.
Is bij eiser sprake van een fundamentele politieke overtuiging?
5. Eiser voert aan dat daargelaten de vraag of sprake is van een fundamentele politieke overtuiging, verweerder van hem niet mag verlangen dat hij zich bij terugkeer terughoudend opstelt. Eiser vindt hiervoor steun in de uitspraak van de rechtbank Middelburg2 die hij heeft voorzien van een noot. Volgens eiser volgt uit die uitspraak dat het criterium van terughoudendheid, zeker bij aanvragen van personen die al actief waren in het land van herkomst, onjuist is. Eiser verwijst ook naar de recente uitspraak van de Afdeling van 5 januari 20233 over een asielzoeker die al politiek actief was in het land van herkomst en waarin is verwezen naar de prejudiciële vragen die op 16 februari 2022 zijn gesteld over de uitleg van het begrip politieke overtuiging als bedoeld in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder e, van Richtlijn 2011/95/EU (de Kwalificatierichtlijn).4 Gelet op deze uitspraak verzoekt eiser de rechtbank primair om zijn zaak aan te houden in afwachting van de antwoorden op de prejudiciële vragen.
6. Verweerder heeft de aanvraag getoetst aan zijn beleid zoals geformuleerd in paragraaf C2/3.2 van de Vc. In die paragraaf is neergelegd dat de enkele omstandigheid dat eiser in zijn land van herkomst niet op dezelfde wijze uiting kan geven aan zijn politieke overtuiging als in Nederland onvoldoende aanleiding vormt om hem in het bezit te stellen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Verweerder weegt bij de beoordeling van de aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in ieder geval mee:
 of er sprake is van een fundamentele politieke overtuiging. Verweerder beoordeelt
of deze politieke overtuiging bijzonder belangrijk is voor de vreemdeling om zijn identiteit of morele integriteit te behouden;
1. Neergelegd in paragraaf C7/32.3.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc).
2 ECLI:RBDHA:2022:14125, JV 2023/50, met noot van S.J. Koolen.
 de wijze waarop de vreemdeling uiting heeft gegeven aan zijn politieke overtuiging, ongeacht of die activiteiten in het land van herkomst, in Nederland of elders hebben plaatsgevonden, en de wijze waarop hij voornemens is daar na terugkeer uiting aan te (blijven) geven;
 of hij eerder problemen heeft ondervonden van de zijde van de autoriteiten al dan
niet vanwege zijn politieke overtuiging;
 of de wijze waarop hij uiting heeft gegeven of wenst te gaan geven aan zijn politieke overtuiging bij terugkeer zal leiden tot daden van vervolging; en
 of aannemelijk is dat de autoriteiten op de hoogte zijn geraakt van eerdere
uitingen.
7. De rechtbank oordeelt dat verweerder zich voldoende gemotiveerd en niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de politieke overtuiging van eiser niet diepgeworteld of fundamenteel is, om te kunnen worden aangemerkt als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag. Verweerder heeft hiervoor redengevend mogen vinden dat eiser van november 2018 tot 26 oktober 2021 geen politieke activiteiten in Nederland heeft verricht, dat hij daar pas na de onherroepelijke afwijzing van zijn eerste asielaanvraag mee is begonnen en dat de verrichte politieke activiteiten van eiser zeer marginaal zijn. Eiser is in maart 2021 begonnen met twitteren en is toen lid geworden van Vente Hollandia. Hij heeft tot aan zijn gehoor opvolgende asielaanvraag viermaal deelgenomen aan een demonstratie, hij heeft Maduro eenmaal geretweet en hij heeft eenmaal aan een virtuele meeting deelgenomen. Hieruit blijkt niet van een diepgewortelde politiek overtuiging. Verweerder heeft daarbij mogen meewegen dat eiser summier heeft verklaard over zijn motivatie om lid te worden van Vente Hollandia. Eiser blijft daarbij steken in algemeenheden als dat de partij zich bezig houdt met mensenrechten en vrijheid van meningsuiting en dat het politieke gevangenen wil bevrijden.5 Ook over zijn deelname aan de demonstraties heeft eiser niet meer verklaard dan dat hij in Nederland zijn stem wil laten horen over hoe het in Venezuela gaat en dat hij zijn volk vanuit Nederland wil steunen. Met deze verklaringen heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat zijn politieke overtuiging een wezenlijk onderdeel uitmaakt van zijn persoonlijke identiteit. Verweerder heeft de verklaringen daarom onvoldoende mogen vinden om te spreken van een diepgewortelde politieke overtuiging bij eiser. Gelet op de gestelde vrees van eiser dat hij vanwege zijn politieke activiteiten wordt gemarteld of in de gevangenis wordt gezet en dat zijn moeder die in Venezuela woont daardoor problemen kan krijgen, had van eiser verwacht mogen worden dat hij meer uitleg had kunnen geven over zijn persoonlijke belang om zich politiek te uiten. Eiser heeft die uitleg niet kunnen geven.
8. Omdat het niet aannemelijk is geworden dat bij eiser sprake is van een diepgewortelde of fundamentele politieke overtuiging, ziet de rechtbank ook geen aanleiding om de zaak aan te houden in afwachting van de beantwoording van de
prejudiciële vragen die de Afdeling, zoals eiser in zijn beroepschrift heeft verzocht. Naar het oordeel van de rechtbank valt eiser niet onder een situatie waarop de verwijzingsuitspraak ziet.
9. Nu verweerder deugdelijk gemotiveerd heeft dat geen sprake is van activiteiten die voortkomen uit een diepgewortelde politieke overtuiging, mag verweerder ook enige
5 Gehoor opvolgende aanvraag, pagina 6 en 7.
terughoudendheid van eiser in het uiten van zijn politieke mening verlangen.6 De verwijzing naar de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Middelburg, geeft de rechtbank geen aanleiding voor een ander oordeel hierover. In die uitspraak had de vreemdeling verklaard dat hij zijn politieke activiteiten bij terugkeer zal voortzetten. Eiser heeft daarentegen verklaard dat hij liever doodgaat, dan terugkeert naar Venezuela. Daaruit blijkt niet dat eiser zijn politieke activiteiten bij terugkeer in Venezuela zal voortzetten. Ook de uitspraak van de Afdeling van 5 januari 2023 biedt eiser geen soelaas. In die zaak had de vreemdeling in zijn land van herkomst al openlijk kritiek geuit op de autoriteiten, zodat die daarvan op de hoogte waren. Eiser heeft zijn kritische geluiden pas in Nederland laten horen en het is nog de vraag is of de autoriteiten daarvan op de hoogte zijn geraakt of hebben kunnen raken. Die vraag beantwoord de rechtbank hierna.
Is bij de autoriteiten van Venezuela bekend dat eiser kritisch is?
10. Nu geen sprake is van een fundamentele politieke overtuiging, maar het wel geloofwaardig is dat eiser politieke activiteiten heeft verricht of zich politiek heeft geuit, dient beoordeeld te worden of deze activiteiten op zichzelf tot een gegronde vrees voor vervolging leiden. Daarvoor moet worden beoordeeld of eiser op grond van die activiteiten/uitingen alsnog in de negatieve belangstelling is komen te staan. Bij deze beoordeling betrekt verweerder onder meer of eiser anti-regime opinies heeft gepromoot via online media, zoals Twitter, Facebook, YouTube en gemeenschapsforums en of hij contacten onderhoudt of geassocieerd kan worden met oppositiegroepen in het binnen- of buitenland, inclusief deelname aan openbare demonstraties en evenementen, het lid zijn of steunen van een oppositiegroep, het hebben van een openbaar profiel dat gelinkt is aan een oppositiegroep en te herleiden is tot hem.7
11. Eiser voert aan dat hij onder zijn eigen naam kritische berichten heeft gepost. Hij verwijst daarvoor naar een Twitterbericht van 23 februari 2023. Verder stelt eiser dat uit openbare bronnen blijkt dat de autoriteiten in Venezuela social media in de gaten houden en kritische personen vervolgen.8 Dit maakt volgens eiser dat zijn kritische berichten bij de autoriteiten bekend zijn. Eiser verwijst in dit verband nog naar een recent rapport van de OAS over hoe de planning van systematische repressie en vervolging wordt uitgevoerd in Venezuela.9 Volgens eiser is het voor een dergelijk repressief systeem, dat als doel heeft kritische geluiden op te sporen en te monitoren met behulp van software, niet erg ingewikkeld om zijn identiteit te achterhalen, omdat zijn naam en foto bekend zijn en ook omdat bekend is waar hij verblijft (Nederland) en wie zijn vrienden/contacten zijn. Eiser
6 Informatiebericht 2020/62, pagina 7 van 9.
7 Informatie bericht 2020/62, pagina 6.
8 Eiser verwijst onder andere naar:
[internetsite];
[internetsite];
[internetsite]
;
[internetsite];
[internetsite]
.
9
[internetsite].
verwijst in dit kader nog naar twee andere bronnen met achtergrondinformatie over de mogelijkheden om social media te monitoren.10
12. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat het niet aannemelijk is dat de autoriteiten in Venezuela op de hoogte zijn of zullen geraken van de politieke activiteiten van eiser in Nederland. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
13. Ten aanzien van het actief zijn op sociale media heeft verweerder in het bestreden besluit overwogen dat eiser weliswaar berichten op Twitter en op Facebook heeft geplaatst, maar dat eiser heeft verklaard dat hij slechts 35 volgers heeft en 131 tweets of retweets heeft geplaatst. Daarbij heeft verweerder overwogen dat eiser alleen met de namen ‘ [gebruikersnaam] ’ en ‘ [gebruikersnaam] ’ actief is op Twitter en niet met zijn volledige voor- en achternaam.
14. Eiser heeft echter in beroep een screenshot van een Twitterbericht van 23 februari 2023 overgelegd waarop zijn volledige naam is te zien. Het bericht is een retweet van eiser van een bericht van de organisatie Vente Mundo, waarop te zien is dat eiser met zijn foto een blad met daarop de tekst ‘Primarias sin CNE’ voor zich houdt. De rechtbank is van oordeel dat eiser met deze verandering van zijn Twitternaam niet alsnog aannemelijk heeft gemaakt dat hij nu wel bekend is bij de autoriteiten in Venezuela. Daarbij weegt mee dat eiser zijn naam pas heeft veranderd na zijn gehoor bij de IND, dat eiser niet precies kon aangeven wanneer hij dat heeft gedaan en dat hij deze naamsverandering pas op de zitting voor het eerst naar voren heeft gebracht. Dat eiser nu wel onder zijn eigen naam (eerdere) berichten heeft geretweet, maar niet heeft onderbouwd wanner dat is geweest, kan deze feitelijke aanvulling niet met toepassing van artikel 83a van de Vw worden betrokken bij de beoordeling of de autoriteiten in Venezuela op de hoogte zijn geraakt van de kritische uitingen van eiser in Nederland. Daarbij weegt mee dat eiser, naar hij op zitting heeft verklaard, niet kon aangeven of hij door deze retweets met zijn volledige naam bedreigingen heeft ontvangen van de kant van de autoriteiten in zijn land.
15. De rechtbank stelt vast dat verweerder, alle overige berichten op social media die eiser bij zijn aanvraag en in aanvulling op zijn gehoor heeft overgelegd, bij zijn beoordeling of bij terugkeer sprake zal zijn van vervolging, heeft betrokken. De rechtbank is van oordeel dat verweerder eisers motieven waarom hij in Venezuela al actief was terecht buiten beschouwing heeft gelaten, omdat die al zijn beoordeeld in de vorige asielprocedure van eiser. Daarover is geoordeeld dat niet geloofwaardig is dat eiser in de negatieve belangstelling van de autoriteiten staat.
16. Over de rapporten met informatie over het spionneren van burgers met behulp van software die eiser in beroep heeft overgelegd, overweegt de rechtbank het volgende. Het gedeelte van het OAS-rapport dat door eiser is aangehaald en door hem vertaald met Google translate en waarin staat dat de Venezolaanse autoriteiten systematisch zijn burgers in de gaten houdt, is onvoldoende om aan te nemen dat de autoriteiten op de hoogte zijn van eisers politieke activiteiten in Nederland. Uit die informatie blijkt niet dat het monitoren ook
10
[internetsite].
online en in het buitenland gebeurt. Uit de twee informatiebronnen genoemd in beroep11 blijkt alleen dat andere buitenlandse autoriteiten online mensen in de gaten houden. Daaruit blijkt niet dat dit ook geldt voor de Venezolaanse autoriteiten. De informatie is daarom te algemeen en onderbouwt niet dat eiser ook daadwerkelijk dat risico loopt bij terugkeer. De in beroep overgelegde informatie is daarom onvoldoende concreet om aan te nemen dat de autoriteiten bekend zijn of zullen zijn met de kritische uitingen van eiser op social media als hij terugkeert naar Venezuela of dat de autoriteiten deze uitingen aan eiser zouden kunnen koppelen als hij daar terugkeert. Van een onvoldoende gemotiveerd besluit is op dat punt ook geen sprake.
17. De aanvraag is terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond.
18. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van mr. L.E. Mollerus, griffier.
11 Zie noot 10.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
24 maart 2023

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.