ECLI:NL:RBDHA:2023:4832

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 april 2023
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
NL23.8580
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • L. Willems - Keekstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van onvoldoende aannemelijkheid identiteit, nationaliteit en herkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 april 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, geboren in Algerije, heeft een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, maar deze is door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn identiteit, nationaliteit en herkomst niet aannemelijk heeft gemaakt. Eiser heeft meerdere aliassen en heeft geen identificerende documenten overgelegd. Tijdens de zitting op 5 april 2023 is eiser niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de verweerder wel aanwezig was.

De rechtbank heeft de verklaringen van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat deze vaag en summier zijn. Eiser heeft verklaard dat hij Algerije heeft verlaten vanwege zijn seksuele geaardheid en de moord op zijn partner, maar zijn verklaringen over zijn woonomgeving en achtergrond zijn inconsistent en niet overtuigend. De rechtbank heeft verweerder gevolgd in het standpunt dat eiser niet voldoende moeite heeft gedaan om zijn identiteit te onderbouwen en dat hij niet kan worden gevolgd in zijn stelling dat hij psychische problemen heeft die zijn geheugen beïnvloeden.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de afwijzing van de asielaanvraag op basis van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vreemdelingenwet 2000 terecht is, omdat eiser opzettelijk onjuiste informatie heeft verstrekt. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.8580

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1] , eiser,

geboren op [geboortedatum] ,
van Algerijnse nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
aliassen:
[naam 2],
van onbekende nationaliteit,
[naam 3],
van Marokkaanse nationaliteit,
[naam 4],
van Marokkaanse nationaliteit,
[naam 5],
van Algerijnse nationaliteit,
[naam 6],
van Marokkaanse nationaliteit,
(gemachtigde: mr. M. Rasul),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.N. Sap).

ProcesverloopBij besluit van 17 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL23.8581 (de voorlopige voorziening), op 5 april 2023 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn met voorafgaande kennisgeving niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De rechtbank gaat bij de beoordeling uit van het volgende.
1.1.
Eiser heeft op 14 februari 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 ingediend. Hieraan heeft eiser het volgende - samengevat - ten grondslag gelegd. Eiser heeft Algerije verlaten vanwege zijn seksuele geaardheid. Hij is altijd al bang geweest in Algerije, omdat homoseksualiteit aldaar niet wordt geaccepteerd, maar de directe reden voor eisers vertrek was de moord op zijn partner. In Europa heeft eiser vernomen dat ook zijn vader is vermoord, omdat hij de schuld heeft gekregen voor het vluchten van eiser.
1.2.
Bij het voornemen van 15 maart 2023 heeft verweerder het voornemen uitgebracht om de asielaanvraag af te wijzen als kennelijk ongegrond als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 juncto artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000. Verder heeft verweerder het voornemen geuit dat eiser niet in aanmerking komt voor een afgeleide vergunning op grond van artikel 29, tweede lid, aanhef en onder a, b en c van de Vw 2000. Ook is het voornemen uitgebracht dat aan eiser geen reguliere vergunning wordt verleend als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw 2000 juncto artikel 3.6a, eerste lid, of 3.6ba, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000. Daarnaast heeft verweerder het voornemen geuit dat eiser geen uitstel van vertrek krijgt op grond van artikel 64 van de Vw 2000, dat hij Nederland onmiddellijk dient te verlaten en dat het reeds (eerder) door Italië opgelegde inreisverbod van kracht blijft. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser;
de homoseksuele gerichtheid van eiser; en
de (toegedichte) afvalligheid van eiser.
1.2.1.
Verweerder heeft de door eiser gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst ongeloofwaardig geacht. Derhalve heeft verweerder overwogen dat niet wordt toegekomen aan een beoordeling van de overige relevante elementen.
2. Bij schrijven van 16 maart 2023 is namens eiser een zienswijze ingediend. Hierop heeft verweerder het bestreden besluit genomen.
2.1.
Eiser kan zich niet verenigen met het bestreden besluit. Op hetgeen namens hem in dat verband is aangevoerd, wordt hierna - voor zover van belang - ingegaan.
3. De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling), bijvoorbeeld de uitspraak van 3 november 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2998), volgt dat het ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 aan de vreemdeling is om zijn gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst aannemelijk te maken. De rechtbank is van oordeel dat eiser hierin niet is geslaagd gelet op het volgende.
Eiser heeft meerdere aliassen
4.1.
Blijkens het voornemen heeft eiser zich in Duitsland meerdere keren met verschillende personalia gemeld en staat hij aldaar bekend met de namen zoals die in deze uitspraak onder “aliassen” staan vermeld, zodat er redenen bestaan om te twijfelen aan zijn gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst. Eiser heeft verklaard dat hij in Duitsland heeft aangegeven afkomstig te zijn uit “
Maroc”, welke term ook gebruikt kan worden voor Algerijnen en Tunesiërs, en dat hij derhalve ten onrechte als Marokkaan is aangemerkt. In de gronden van beroep is aangevoerd dat eiser voornoemde term ook in Italië heeft gebruikt, waardoor hij ook aldaar (ten onrechte) is geregistreerd als Marokkaan. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder niet ten onrechte overwogen dat niet wordt gevolgd en evenmin is gebleken dat de term “
Maroc” ook van toepassing is op Algerijnen en Tunesiërs. Tevens wordt verweerder gevolgd in het standpunt dat als eiser van mening is dat “
Maroc” wordt gebruikt voor meerdere landen, het dan voor zijn rekening en risico dient te komen dat hij verkeerd wordt geregistreerd als hij de term “
Maroc” gebruikt om zichzelf als Algerijn aan te duiden. De verklaring van eiser dat hij in Duitsland door een Franse tolk is bijgestaan en dat zij elkaar niet hebben begrepen omdat eiser deze taal niet goed spreekt, heeft verweerder niet hoeven te volgen. Hiervoor is van belang dat eiser tijdens het op 20 februari 2022 plaatsgevonden aanmeldgehoor heeft verklaard dat hij zowel Italiaans als Frans spreekt. Bovendien is het aan eiser om te klagen op het moment dat bij de registratie in een andere lidstaat in zijn optiek een fout wordt gemaakt.
Eiser heeft zijn identiteit, nationaliteit en herkomst niet met documenten onderbouwd
4.2.
Verweerder heeft niet ten onrechte overwogen dat eiser zijn gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst bovendien niet met identificerende documenten heeft onderbouwd en dat van eiser (wel) mag worden verwacht dat hij het belang van dergelijke documenten inziet, waar hij overigens tijdens het hiervoor genoemd aanmeldgehoor ook op is gewezen. In aanvulling hierop heeft verweerder niet ten onrechte het standpunt ingenomen dat uit de verklaringen van eiser is gebleken dat hij niet voldoende moeite heeft gedaan om alsnog aan dergelijke documenten te komen. Eiser heeft weliswaar verklaard dat hij in 2000 of 2001 bij de Algerijnse autoriteiten in Italië heeft getracht om een geboorteakte te verkrijgen hetgeen niet is gelukt omdat er geen gegevens van zijn vader of andere familieleden gevonden zijn, maar verweerder heeft daarbij niet ten onrechte overwogen dat eiser, nog los van de vraag of er zich in 2000 of 2001 een Algerijns(e) ambassade of consulaat in Bologna of - zoals eerst in de gronden van beroep is aangevoerd - in Casalecchio Di Reno bevond, de bevindingen van de Algerijnse autoriteiten niet met stukken heeft onderbouwd. In aanvulling hierop heeft verweerder kunnen betrekken dat eiser sinds 2000 of 2001 ook niet opnieuw heeft geprobeerd om aan identificerende documenten te komen en dat hij tijdens het nader gehoor heeft verklaard dit ook niet te willen proberen.
Eiser heeft met verklaringen zijn identiteit, nationaliteit en herkomst niet aannemelijk gemaakt.
4.3.
Tijdens het aanmeldgehoor van 20 februari 2022 heeft eiser het volgende verklaard:
“(…)
U hebt verteld dat u hebt gewoond in [plaats] . Ik ga u een aantal vragen hierover stellen. In welke wijk van [plaats] woonde u?
Het was in het centrum van [plaats] . Ik ben de naam vergeten, maar het was in het centrum van [plaats] .
Wat kan u mij vertellen over [plaats] ? Bijvoorbeeld bijzondere gebouwen, bouwwerken of bezienswaardigheden?
Ik weet niets meer. Alles is uit mijn hoofd verdwenen. Ik weet niets meer. Mijn moeder is dood gegaan en mijn vader is overleden. Ik had niets meer. Ik wilde alles vergeten. Ik ben 55 en ik ben heel jong hier naar toe gekomen. Ik weet niets meer en ik ben alles vergeten.
Het is een belangrijk onderdeel van het gesprek om vast te stellen of u uit Algerije komt. Ik wil u dan ook vragen om goed na te denken en mij te vertellen wat u nog weet over de tijd dat u in Algerije heeft verbleven?
Ik weet niets meer. Ik ben alles vergeten. Ik ben al bijna zesentwintig jaar hier. [plaats] ligt aan de zee, maar de wijk waar ik woonde ligt niet aan de zee. Ik kan wel van alles zeggen, maar dan zou ik leugens vertellen. Ik weet niets meer.
(…)
Kunt u mij ook omliggende plaatsen van [plaats] benoemen?
Het is bij de grens met Tunesië. De rest van Algerije was aan de andere kant. Het lag dichtbij de grens.
Er zijn vast nog wel andere dingen die u zich kan herinneren over [plaats] ?
Ik kan mijn niet veel meer herinneren, maar er was wel een wijk genaamd [wijk] .
Kan u zich misschien nog parken of ziekenhuizen herinneren in [plaats] ?
Ik zweer het u, ik ben bijna alles vergeten.
U gaf aan in de vijftig te zijn, dan heeft u rond de vijfentwintig jaar in [plaats] gewoond. Dan zijn er ongetwijfeld nog dingen die u zich kan herinneren.
Nee, ik herinner mij niets meer. Ik ben een deel van mijn geheugen verloren. Ik gebruik medicijnen voor hoge bloeddruk en ik herinner mij bijna niets meer.
(…)
Wat is de nationale feestdag van Algerije?
De dag van de vrijheid?
(…)
Op welke dag en maand?
6 juni.
(…)
Weet u ook het netnummer van Algerije?
Nee, ik ken alleen de landcode van Tunesië wat 00216.
4.3.1.
Tijdens het nader gehoor van 9 maart 2023 heeft eiser, onder andere, het volgende naar voren gebracht:
“(…)
In welke plaatsen buiten [plaats] heeft u nog meer verbleven?
Nee, alleen maar heel kleine dorpjes bij het water.
Kunt u de namen noemen?
Nee.
(…)
Kunt u aangeven in welke wijk u in [plaats] heeft gewoond?
Nee, ik kan het mij niet herinneren. Ik ben 57.
(…)
U heeft negentien jaar in [plaats] verbleven, dat is een behoorlijke tijd. Ik verwacht dan wel dat u enige informatie over uw woonplaats kunt geven. Wat kunt u nog meer over [plaats] of de dorpjes waar u verbleef vertellen?
Pijn. Heel veel pijn. Angst. Weet je, ik kan mij alleen angst herinneren. Ook toen ik kind was. dat mijn moeder zei: praat niet zo hard, let op waar je gaat. Je durfde niet te praten, met niemand. Ik denk aan de ene kant: je kunt tegen je lot vechten, maar dat is gewoon zo.
U heeft het nu over uw problemen. Ik wil u echter vragen om meer te vertellen over u woonomgeving in Algerije.
Nou, wij hadden een kleine woning. Mijn moeder kookte vaak. Zij was gek op koken. Wij hadden een steenoven buiten. Mijn vader bracht vis. Mijn moeder bakte brood buiten. Wij hadden een kleien woning en leefden buiten de tuin. Wij hadden schapen. Wij maakten zelf kaas.
Ik onderbreek u. Ik wil u vragen mij meer informatie te geven over uw woonomgeving of Algerije, door namen te noemen van bv. plaatsen, straten, wijken, gebouwen, bergen, rivieren etc.
Weet u, ik kan u vertellen over die dorpen. Ik ben geboren en getogen in die dorpen. Ik kan u vertellen over het leven in het dorp, want ik ben nog nooit buiten het dorp geweest. Ik ben nooit in de grote stad geweest. Ik heb altijd geleefd langs de grens, daarover kan ik u vertellen. Ik kan u vertellen waar oma was. Mijn leven was altijd aan de grens tussen Tunesië en Algerije. Mijn vader was heel bang. Ik was een jongen en wilde leven. Mijn vader was hyper beschermend en liet mij niet buiten die drie dorpen gaan, dus ik kan je niet vertellen over de rest.
(…)
Naar welke basisschool ging u in Algerije?
Nee, dat weet ik niet.
Hoe kan het dat u dat niet meer weet?
Ik was zeven jaar oud. Het was basisonderwijs. Ik kan het mij echt niet meer herinneren.
Ik moet u zeggen dat het voor mij ook lang geleden is dat ik naar de basisschool ging, maar de naam ervan weet ik nog wel.
U heeft helemaal gelijk. Ik ben heel lang zonder familie geweest. En ik ben een stukje ouder dan u. En ik ben helemaal gestrest. Sommige dingen zijn gewist uit mijn geheugen. Misschien komen ze nog terug. Ook als mijn gedachten komen, probeer ik die tijd niet vast te houden. Ik probeer het te vergeten. Ondanks de leeftijd, heb ik een bescheiden hoop dat ik een betere toekomst kan hebben, voor zolang ik nog kan leven. De dokter heeft ook gezegd dat mijn hoge bloeddruk komt door stress.
(…)
Ik begrijp dat u Algerije heel lang geleden heeft verlaten. Maar het valt me op dat u weinig informatie over het land Algerije en over uw woonomgeving in Algerije kunt geven. Ook is gebleken dat bepaalde info die u gaf over Algerije niet correct is, zoals het volkslied en de datum van de dag van de vrijheid. Kunt u hierop reageren?
Het Tunesische feest heb ik doorgegeven, niet de Algerijnse. Die van Algerije weet ik zeker niet. Wat ik heb doorgegeven, is de nationale feestdag van Tunesië. Het nationale lied, was niet van Algerije, maar ook van Tunesië. Ik kom uit een grensgebied, dus ik herinner mij één deel van de grens. Als wij hierover praten, krijg ik een beetje maagzuur. Ik denk dan aan al de problemen die zijn geweest. De situatie met mijn moeder.”
4.3.2.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder kunnen overwegen dat eisers verklaringen over zijn directe woonomgeving niet direct eenduidig zijn en eveneens vaag en summier en dat daarvoor geen verschoonbare redenen zijn gebleken. Hiervoor heeft verweerder van belang mogen achten dat eiser niet weet in welke wijk hij heeft gewoond, hij niets kan vertellen over bepaalde parken of gebouwen en hij, ondanks drie jaar op een basisschool te hebben gezeten, evenmin de naam van zijn school kan benoemen. Daarnaast heeft verweerder kunnen betrekken dat eiser niet kan vertellen wat de naam van het Algerijnse volkslied is en evenmin op de hoogte is van de juiste datum van de nationale feestdag in Algerije. In aanvulling hierop heeft verweerder niet ten onrechte opgemerkt dat eiser wel informatie over Tunesië naar voren heeft gebracht over het volkslied, Tunesische voetbalclubs en het netnummer. De enkele stelling namens eiser dat hij in een grensgebied met Tunesië heeft geleefd en zich daardoor zowel Tunesisch als Algerijns voelt en hierdoor bepaalde zaken door elkaar haalt, maakt dat oordeel niet anders. Dat sprake zou zijn van psychische problemen waardoor eiser zijn herinneringen heeft verdrongen, heeft verweerder niet hoeven volgen nu een medische onderbouwing hiervan ontbreekt. De rechtbank kan verweerder dan ook volgen in het standpunt dat ook op grond van zijn verklaringen er redenen bestaan om te twijfelen aan eisers gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst. Hetgeen eiser naar voren heeft gebracht in de gronden van beroep brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel.
5. Nu verweerder naar het oordeel van de rechtbank deugdelijk heeft gemotiveerd waarom eiser zijn identiteit, nationaliteit en herkomst niet aannemelijk heeft gemaakt, stelt verweerder zich terecht op het standpunt dat een verdere beoordeling van het asielrelaas, in dit geval de homoseksuele gerichtheid van eiser alsmede zijn (toegedichte) afvalligheid, niet kan worden verricht. De asielmotieven hebben immers slechts betekenis tegen de achtergrond van de nationaliteit, identiteit en het land van herkomst. De rechtbank verwijst hieromtrent naar de uitspraak van de Afdeling van 6 februari 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:292). Daarom zal de rechtbank ook niet ingaan op de gronden van beroep die gaan over de door eiser genoemde Werkinstructies van verweerder.
6. Ingevolge artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000 kan een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 worden afgewezen als kennelijk ongegrond, indien de vreemdeling verweerder heeft misleid door omtrent zijn identiteit of nationaliteit valse informatie of documenten te verstrekken of door relevante informatie of documenten die een negatieve invloed op de beslissing hadden kunnen hebben, achter te houden.
6.1.
Volgens paragraaf C2/7.3. van de Vreemdelingencirculaire 2000, voor zover thans van belang, betekent misleiding dat de vreemdeling probeert in een gunstiger positie te komen door bewust informatie te verstrekken die aantoonbaar onjuist is of informatie achter te houden. Hij probeert als het ware de autoriteiten op het verkeerde been te zetten, teneinde in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning. Van misleiden is in ieder geval sprake indien:
“(…)
 De vreemdeling valse informatie heeft verstrekt over zijn identiteit of nationaliteit; of
(…)
 Een andere identiteit of nationaliteit uit de systemen naar voren komen dan opgegeven bij de IND.
6.2.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich met de in het bestreden besluit gegeven motivering terecht op het standpunt heeft gesteld dat op de aanvraag van eiser artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000 van toepassing is. Gelet op de verschillende gegevens die ten aanzien van eiser in de lidstaten Duitsland en Italië zijn geregistreerd en hetgeen hiervoor is overwogen, heeft verweerder terecht geconcludeerd dat eiser onjuiste informatie heeft verstrekt met betrekking tot zijn identiteit, nationaliteit en herkomst en op die manier verweerder heeft misleid, doordat eiser daarmee in een gunstigere positie heeft geprobeerd te komen. Eiser heeft dit overigens ook niet concreet bestreden in de gronden van beroep.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L. Willems - Keekstra, rechter, in aanwezigheid van
R. de Boer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.