Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1] , eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 17 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Overwegingen
Maroc”, welke term ook gebruikt kan worden voor Algerijnen en Tunesiërs, en dat hij derhalve ten onrechte als Marokkaan is aangemerkt. In de gronden van beroep is aangevoerd dat eiser voornoemde term ook in Italië heeft gebruikt, waardoor hij ook aldaar (ten onrechte) is geregistreerd als Marokkaan. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder niet ten onrechte overwogen dat niet wordt gevolgd en evenmin is gebleken dat de term “
Maroc” ook van toepassing is op Algerijnen en Tunesiërs. Tevens wordt verweerder gevolgd in het standpunt dat als eiser van mening is dat “
Maroc” wordt gebruikt voor meerdere landen, het dan voor zijn rekening en risico dient te komen dat hij verkeerd wordt geregistreerd als hij de term “
Maroc” gebruikt om zichzelf als Algerijn aan te duiden. De verklaring van eiser dat hij in Duitsland door een Franse tolk is bijgestaan en dat zij elkaar niet hebben begrepen omdat eiser deze taal niet goed spreekt, heeft verweerder niet hoeven te volgen. Hiervoor is van belang dat eiser tijdens het op 20 februari 2022 plaatsgevonden aanmeldgehoor heeft verklaard dat hij zowel Italiaans als Frans spreekt. Bovendien is het aan eiser om te klagen op het moment dat bij de registratie in een andere lidstaat in zijn optiek een fout wordt gemaakt.