In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, zijn eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. H. Meijerink, in beroep gegaan tegen besluiten van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Bondarev. De bestreden besluiten, genomen op 21 februari 2023, betroffen de aanvragen van eisers voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke niet in behandeling zijn genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen op basis van de Dublinverordening. De rechtbank heeft de beroepen op 21 maart 2023 behandeld, waarbij eiseres niet aanwezig was, maar eiser wel, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk.
Eisers betogen dat Italië niet langer kan worden beschouwd als een veilige haven voor asielzoekers, verwijzend naar het AIDA-rapport van mei 2022 en berichten van het US Department of State. Deze documenten wijzen op ernstige tekortkomingen in de opvang en gezondheidszorg in Italië, wat de overdracht van eisers aan Italië problematisch maakt. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de opvangcapaciteit van Italië en dat de motivering voor het niet in behandeling nemen van de asielaanvragen niet voldoet aan de zorgvuldigheidsnormen.
De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten en geeft de Staatssecretaris de opdracht om binnen vier weken nieuwe besluiten te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens wordt de Staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 1.674,00. De uitspraak is openbaar gemaakt op 5 april 2023 en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.