ECLI:NL:RBDHA:2023:568

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 januari 2023
Publicatiedatum
24 januari 2023
Zaaknummer
NL22.24647 en NL22.24649
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overdracht

Op 24 januari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van asielrecht. Verzoekers, van Syrische nationaliteit, hebben een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, met als argument dat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Hierop hebben de verzoekers beroep ingesteld tegen deze beslissing en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 21 december 2022, waarbij de gemachtigde van de verzoekers niet aanwezig was, maar wel vertegenwoordigd door een andere gemachtigde. De staatssecretaris was aanwezig met zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar de rechtbank heeft besloten het onderzoek ter zitting te sluiten.

In de uitspraak van 24 januari 2023 heeft de rechtbank geconcludeerd dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaken, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.24647 en NL22.24649

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[…] , verzoeker,

geboren op […] ,
van Syrische nationaliteit,
V-nummer: […] .
[…], verzoekster,
geboren op […] ,
van Syrische nationaliteit,
V-nummer: […]
mede namens hun minderjarige kinderen:
[…],
geboren op […] ,
V-nummer: […]
,
geboren op […] ,
V-nummer: […]
hierna samen: verzoekers,
(gemachtigde: mr. A.S. Sewman),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. D.L. de Boer).

Procesverloop

Bij besluiten van 1 december 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvraag van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL22.24646 en NL22.24648, op 21 december 2022 op zitting behandeld. De gemachtigde van verzoekers is, met bericht van verhindering, niet verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.
Overwegingen
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL22.24646 en NL22.24648, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
Z.P. de Wilde, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.