ECLI:NL:RBDHA:2023:5881
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen over machtiging tot voorlopig verblijf
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor haar kinderen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 17 april 2023 de gevraagde mvv verleend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres eerder een verzoek heeft ingediend om vrijstelling van griffierecht, wat voorlopig was toegewezen. Gezien de financiële situatie van eiseres en het ondertekende formulier, heeft de rechtbank besloten om dit verzoek definitief toe te wijzen, waardoor er geen griffierecht geheven zal worden.
De rechtbank heeft ook overwogen of verweerder veroordeeld moet worden in de proceskosten die door eiseres zijn gemaakt. De rechtbank heeft deze vraag bevestigend beantwoord, ook al kan een beroep niet-ontvankelijk worden verklaard. De proceskosten zijn vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de wegingsfactor 'licht' van toepassing is, omdat de zaak uitsluitend betrekking heeft op het niet tijdig beslissen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard en verweerder veroordeeld in de proceskosten ter hoogte van € 418,50. Deze uitspraak is gedaan door rechter E.F. Bethlehem en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.