ECLI:NL:RBDHA:2023:5883
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en bestuurlijke dwangsommen
In deze zaak heeft eiser op 2 mei 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 5 januari 2021 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 2 december 2022 de asielaanvraag ingewilligd. Eiser heeft desondanks het beroep gehandhaafd, met de vraag of er bestuurlijke dwangsommen zijn verbeurd. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat, nu de asielaanvraag is ingewilligd, eiser geen procesbelang meer heeft voor het deel van het beroep dat gericht is tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Eiser heeft echter aangegeven het beroep te willen handhaven voor zover het gaat om de conclusie van verweerder dat er geen bestuurlijke dwangsommen verschuldigd zijn. De rechtbank verwijst naar de Tijdelijke wet, die bepaalt dat de artikelen 4:17 tot en met 4:19 en 8:55c van de Awb van toepassing zijn op besluiten op asielaanvragen. Dit betekent dat verweerder geen bestuurlijke dwangsommen kan verbeuren.
De rechtbank stelt vast dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een eerdere uitspraak heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om de Tijdelijke wet onverbindend te achten wegens strijd met het Unierecht. Aangezien de Tijdelijke wet in dit geval de mogelijkheid van een bestuurlijke dwangsom uitsluit, kan eiser met het beroep niet bereiken wat hij wil, waardoor ook in dit opzicht het procesbelang ontbreekt. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Desondanks, omdat eiser terecht beroep heeft ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 418,50, vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank past de wegingsfactor 'licht' toe, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit.