ECLI:NL:RBDHA:2023:6013

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
26 april 2023
Zaaknummer
NL22.14191
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen de weigering van bestuurlijke dwangsommen in asielzaak

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 19 april 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid behandeld. De staatssecretaris had op 1 juli 2022 de asielaanvraag van eiser ingewilligd, maar weigerde in datzelfde besluit om bestuurlijke dwangsommen vast te stellen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld op 22 juli 2022, specifiek gericht tegen de weigering van de dwangsommen. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat de Tijdelijke wet, die van toepassing is op besluiten inzake asielaanvragen, bepaalt dat er geen bestuurlijke dwangsommen kunnen worden verbeurd. Dit is bevestigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een eerdere uitspraak van 30 november 2022. Aangezien de Tijdelijke wet in dit geval de mogelijkheid van een bestuurlijke dwangsom uitsluit, heeft de staatssecretaris terecht vastgesteld dat er geen dwangsommen aan eiser zijn verbeurd.

De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser kennelijk ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.14191

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

v-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. F. Boone),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 1 juli 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van eiser ingewilligd.
Op 22 juli 2022 heeft eiser beroep ingesteld tegen de beslissing van verweerder in voornoemd besluit dat geen bestuurlijke dwangsommen zijn verbeurd.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van 1 juni 2022, waarin verweerder de asielaanvraag van eiser heeft ingewilligd. In dit besluit heeft verweerder geweigerd een door hem te verbeuren dwangsom vast te stellen. Het beroep richt zich alleen tegen deze weigering.
2. De Tijdelijke wet [1] sluit uit dat de artikelen 4:17 tot en met 4:19 en 8:55c van de Awb worden toegepast op besluiten op asielaanvragen. Het gevolg hiervan is dat verweerder aan eiser geen bestuurlijke dwangsommen kan verbeuren.
3. De Afdeling [2] heeft bij uitspraak van 30 november 2022 [3] geoordeeld dat er geen aanleiding is voor de conclusie dat de Tijdelijke wet op dit punt onverbindend moet worden geacht wegens strijd met het Unierecht.
4. Nu artikel 1 van de Tijdelijke wet in dit geval de mogelijkheid van een bestuurlijke dwangsom uitsluit, heeft verweerder in het besluit terecht vastgesteld dat hij geen bestuurlijke dwangsom aan eiser heeft verbeurd.
5. Het beroep is kennelijk ongegrond. Voor een vergoeding van de proceskosten bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.De Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND.
2.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.