Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
(gemachtigde: mr. F. Boone),
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 19 april 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid behandeld. De staatssecretaris had op 1 juli 2022 de asielaanvraag van eiser ingewilligd, maar weigerde in datzelfde besluit om bestuurlijke dwangsommen vast te stellen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld op 22 juli 2022, specifiek gericht tegen de weigering van de dwangsommen. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de Tijdelijke wet, die van toepassing is op besluiten inzake asielaanvragen, bepaalt dat er geen bestuurlijke dwangsommen kunnen worden verbeurd. Dit is bevestigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een eerdere uitspraak van 30 november 2022. Aangezien de Tijdelijke wet in dit geval de mogelijkheid van een bestuurlijke dwangsom uitsluit, heeft de staatssecretaris terecht vastgesteld dat er geen dwangsommen aan eiser zijn verbeurd.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser kennelijk ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.