ECLI:NL:RBDHA:2023:6102
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling maandbedrag aflossing studieschuld en de toepassing van de hardheidsclausule
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vrouw uit [woonplaats], en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister, waarin het maandbedrag voor de aflossing van haar studieschuld is vastgesteld op €690,37. Eiseres was van mening dat er ten onrechte geen rekening was gehouden met haar persoonlijke omstandigheden, zoals de hoge kosten door de ziekte van haar dochter en de alimentatieverplichtingen van haar partner.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de wetgever bewust heeft gekozen voor een systeem waarbij geen rekening wordt gehouden met het besteedbaar inkomen van de debiteur. Dit betekent dat de persoonlijke uitgaven van eiseres niet in aanmerking kunnen worden genomen bij de vaststelling van de draagkracht. De rechtbank oordeelt dat de studieschuld een persoonlijke schuld is en dat het inkomen van de partner van eiseres terecht is betrokken bij de draagkrachtmeting.
De rechtbank concludeert dat de hardheidsclausule niet van toepassing is in deze situatie, omdat de wetgever heeft voorzien dat de wijze van vaststelling van het toetsingsinkomen niet kan worden aangepast aan persoonlijke omstandigheden. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en de minister hoeft de proceskosten niet te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.