Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
.Uit de voortgangsrapportage blijkt dat verweerder op 28 december 2022 een aanvraag voor een lp heeft verzonden aan de Marokkaanse autoriteiten. Vervolgens heeft verweerder telkens na twee weken schriftelijk geïnformeerd naar de status van deze lp-aanvraag. Uit de voortgangsrapportage volgt ook dat de presentatie aan de vertegenwoordiging van de Marokkaanse autoriteiten staat gepland op 9 mei 2023 en dat de nationaliteit van eiser reeds bevestigd is. De rechtbank acht deze handelwijze zonder meer voortvarend. Niet is gebleken dat de Marokkaanse autoriteiten hun verdere medewerking niet zullen verlenen en er zijn geen indicaties dat de Marokkaanse autoriteiten geen lp zullen verstrekken. Ten aanzien van Marokko heeft in het algemeen te gelden dat zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn niet ontbreekt. De Afdeling heeft dit in haar uitspraak van 2 mei 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:1681), onder verwijzing naar de uitspraak van 14 november 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:3269) herhaald. De cijfers waar eiser op heeft gewezen leiden niet tot een andere conclusie. Eiser heeft aangeven dat “in de afgelopen maanden 125 mensen zijn teruggeleid waarvan 83 vrijwillig en 42 gedwongen en dat aan 26 personen die niet over documenten beschikten lp’s zijn verstrekt”. Deze cijfers vormen veeleer een bevestiging van de actuele jurisprudentie. De rechtbank concludeert dat in de onderhavige procedure geen concrete feiten en omstandigheden zijn gebleken om te oordelen dat in het geval van eiser zicht op uitzetting wel ontbreekt. De opmerkingen van eiser dat hij ook in 2017, 2018 en 2019 in bewaring is gesteld en deze maatregelen steeds zijn opgeheven, zijn daartoe onvoldoende omdat de houding van de Marokkaanse autoriteiten om medewerking te verlenen aan de terugkeer van onderdanen is gewijzigd. Dat eiser een relatie heeft met een Nederlandse vrouw is geen indicatie dat de Marokkaanse autoriteiten geen lp zullen verstrekken. Eiser heeft op dit moment geen verblijfsrecht in Nederland vanwege deze relatie, dus die omstandigheid is reeds hierdoor voor deze beoordeling niet relevant. Ook valt niet in te zien waarom de Marokkaanse autoriteiten bij de beslissing of een lp verstrekt wordt zullen betrekken of eiser thans familiebanden in Marokko heeft. Het staat eiser vanzelfsprekend vrij om al deze omstandigheden naar voren te brengen tijdens de presentatie, maar deze omstandigheden kunnen de beroepsgrond dat zicht op uitzetting ontbreekt niet onderbouwen.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- kent geen schadevergoeding toe.