4.3.De rechtbank overweegt dat verweerder geloofwaardig heeft gevonden dat eiser een bioscoop had in Baidoa, dat Al Shabaab de macht heeft verkregen in Baidoa in 2009 en dat Al Shabaab tegen bioscopen is. Verweerder heeft ondanks deze omstandigheden van eiser mogen verwachten dat hij met zijn verklaringen aannemelijk had weten te maken dat hij persoonlijk met Al Shabaab problemen heeft ondervonden vanwege het exploiteren van een bioscoop. Zoals hiervoor is overwogen, heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat eiser niet geloofwaardig heeft verklaard over de problemen die hij stelt te hebben ondervonden met Al Shabaab. De rechtbank volgt eiser, gelet op wat in de voorgaande overwegingen is geoordeeld, dan ook niet in zijn standpunt dat zijn asielrelaas op grote lijnen geloofwaardig is gevonden en dat verweerder hem daarom het voordeel van de twijfel had moeten gunnen.
Het behoren tot een risicogroep
5. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder terecht geconcludeerd dat eiser niet valt onder een van de risicogroepen die zijn opgenomen in het geldende beleid ten aanzien van Somalië.Ongeloofwaardig is gevonden dat eiser telefonisch bedreigd is door Al Shabaab en dat er een schietincident in zijn bioscoop heeft plaatsgevonden. Eiser heeft dan ook niet aannemelijk gemaakt problemen te hebben gehad met Al Shabaab. Ook heeft eiser niet nader toegelicht waarom hij door Al Shabaab geassocieerd zou worden met internationale actoren. De enkele omstandigheid dat eiser al langere tijd buiten Somalië verblijft, vindt de rechtbank hiertoe onvoldoende. Dit betekent dat eiser niet met geringe indicaties aannemelijk kan maken dat hij een gegronde vrees voor vervolging heeft.
Gegronde vrees voor vervolging of een reëel risico op ernstige schade
6. De rechtbank is van oordeel dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer vanwege zijn sociale positie en het ontbreken van een netwerk en/of van voldoende financiële middelen in een situatie terecht zal komen die strijdig is met artikel
3 van het EVRM. De omstandigheid dat eiser gescheiden is van zijn echtgenote betekent nog niet dat hij in Somalië niemand meer kent en geen netwerk heeft. Eiser heeft niet nader toegelicht waarom hij geen netwerk meer heeft. Eiser heeft dan ook niet aannemelijk gemaakt dat hij zich in Somalië niet kan handhaven en hierom aanspraak maakt op een asielvergunning in Nederland.
7. De omstandigheid dat eiser na langdurig verblijf in Europa zou zijn verwesterd, maakt nog niet dat hij in aanmerking komt voor een asielvergunning in Nederland. Zoals de hoogste bestuursrechter heeft geoordeeld, leidt een enkele in Nederland ontwikkelde Westerse levensstijl niet tot vluchtelingschap. De uitzondering hierop is de situatie waarin een vreemdeling aannemelijk maakt dat de westerse gedragingen een uitingsvorm zijn van een godsdienstige of politieke overtuiging.Eiser heeft niet verklaard dat hij zich heeft afgewend van de islam of in Nederland een politieke overtuiging heeft ontwikkeld. Eiser heeft dan ook niet aannemelijk gemaakt dat zijn westerse levensstijl is gebaseerd op een godsdienstige of politieke overtuiging. Daarom mag in beginsel van eiser worden verwacht dat hij zich na terugkeer naar Somalië weer aanpast aan de geldende normen en waarden en gebruiken. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij uiterst moeilijk of nagenoeg onmogelijk te veranderen kenmerken heeft waardoor hem een godsdienstige of politieke overtuiging zal worden toegedicht bij terugkeer naar Somalië. Gelet hierop heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij vanwege zijn westerse levensstijl een gegronde vrees voor vervolging heeft of een reëel risico op ernstige schade loopt.
8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder, ook gelet op de in de zienswijze opgenomen citaten uit algemene rapporten, terecht aangenomen dat in Somalië geen sprake is van een uitzonderlijke situatie.Hoewel uit de stukken waarnaar eiser verwijst, blijkt dat de situatie in Somalië precair is, dat er veel geweldsincidenten plaatsvinden en daarbij ook burgerslachtoffers vallen, blijkt hieruit niet dat de veiligheidssituatie in Somalië of in Baidoa in het bijzonder is verslechterd. In gebieden in Zuid- en Centraal-Somalië waar Al-Shabaab aan de macht is of het gebied controleert, neemt verweerder aan dat de mensenrechtensituatie zodanig is dat voor iedere terugkeerder een reëel risico bestaat op ernstige schade. Dit risico op ernstige schade wordt ook aangenomen voor vreemdelingen die afkomstig zijn uit een gebied waar Al-Shabaab niet aan de macht is of het gebied controleert, maar over land moeten reizen door een gebied waar Al-Shabaab wel de macht heeft of het gebied controleert.Eiser heeft niet met stukken onderbouwd dat Al Shabaab in Baidoa aan de macht is. Bovendien kan eiser, volgens verweerder, met een binnenlandse vlucht van Mogadishu naar Baidoa reizen. Eiser heeft dit niet betwist. Gelet op het voorgaande, heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij onder het hiervoor genoemde geldende beleid valt of anderszins wordt blootgesteld aan een reëel risico op ernstige schade.
9. Het beroep is ongegrond.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.