ECLI:NL:RBDHA:2023:7422
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring en schadevergoeding in vreemdelingenrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling. Eiser, geboren op [geboortedatum] en van Marokkaanse nationaliteit, was in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze maatregel op 17 maart 2023 opgelegd. Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. Op 11 mei 2023 heeft de staatssecretaris de maatregel van bewaring opgeheven.
De rechtbank heeft op 17 mei 2023 de zaak behandeld en zich beperkt tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding, nu de maatregel van bewaring was opgeheven. De rechtbank oordeelt dat de maatregel onrechtmatig was vanaf 5 mei 2023, omdat de staatssecretaris de grondslag van de maatregel niet tijdig had gewijzigd na de niet-ontvankelijkheid van eisers opvolgende asielaanvraag op 20 april 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser recht heeft op schadevergoeding voor de onrechtmatige vrijheidsontneming gedurende 7 dagen, ter hoogte van € 700,-.
Daarnaast heeft de rechtbank de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.674,-. De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.