ECLI:NL:RBDHA:2023:7739
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van verstrekkingen aan asielzoeker op basis van afwijzing aanvraag uitstel van vertrek
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 mei 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres, een asielzoekster, tegen het besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) om haar verstrekkingen te beëindigen. Het COa had op 28 juli 2022 besloten de verstrekkingen te beëindigen, omdat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) op 27 juli 2022 de aanvraag van eiseres om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 had afgewezen. Dit betekende dat eiseres niet meer viel onder de beschermde categorieën zoals vermeld in artikel 3, derde lid, van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005). Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 23 mei 2023, waar eiseres niet aanwezig was, maar het COa vertegenwoordigd was door een gemachtigde, heeft de rechtbank het beroep behandeld. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de beëindiging van de Rva-verstrekkingen terecht was, omdat eiseres ten tijde van de beslissing niet meer tot de beschermde categorieën behoorde. De rechtbank oordeelde dat er geen zeer bijzondere omstandigheden waren die een recht op opvang zouden kunnen rechtvaardigen, ondanks het beroep op artikel 64 van de Vw 2000. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter mr. F. Sijens, in aanwezigheid van griffier mr. M.A. Buikema.