ECLI:NL:RBDHA:2023:7804

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juni 2023
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
23-2473
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening van het beroepschrift

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 2 juni 2023, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 januari 2023 behandeld. Eiseres, van Filipijnse nationaliteit, heeft haar beroepschrift te laat ingediend, waardoor de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift eindigde op 28 februari 2023, maar dat het beroepschrift pas op 4 maart 2023 op de post is gedaan. Eiseres heeft niet kunnen aantonen dat het beroepschrift eerder is verzonden, en er is geen verontschuldiging voor de te late indiening gegeven.

De rechtbank legt uit dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een beroepschrift op tijd is ingediend als het voor het einde van de termijn is ontvangen. In dit geval is het beroepschrift niet tijdig ingediend, en de rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken in stand blijft. De rechtbank wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23 / 2473

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres,

geboren op [geboortedatum],
van Filipijnse nationaliteit,
v-nummer: [vnummer],
(gemachtigde: J. Scheepstra),
en

de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 januari 2023.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het te laat is ingediend en het te laat indienen niet verschoonbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Voor het indienen van een beroepschrift geldt een termijn van vier weken. [1] Deze termijn begint op de dag na de dag waarop het besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. [2] Dat is in dit soort gevallen de dag na de dag waarop het besluit is toegezonden.
Een beroepschrift is op tijd ingediend wanneer het voor het einde van de termijn is ontvangen. [3] Wanneer het beroepschrift (aangetekend of niet-aangetekend) met de gewone post [4] wordt verstuurd, is het bij ontvangst na het einde van de termijn onder voorwaarden ook tijdig ingediend. [5] Die voorwaarden zijn dat het beroepschrift voor het einde van de termijn op de post is gedaan én het niet later dan een week na afloop van de termijn bij de rechtbank is ontvangen.
3.1.
Als iemand een beroepschrift te laat indient, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet tijdig indienen van het beroepschrift verontschuldigbaar is. Dan laat de rechtbank niet-ontvankelijkverklaring op grond van die te late indiening achterwege. [6]
Is het beroep te laat ingediend?
4. Vast staat dat de Minister van Buitenlandse Zaken het bestreden besluit bekend heeft gemaakt op 30 januari 2023 door verzending per post, zodat de termijn voor het indienen van een beroepschrift eindigde op 28 februari 2023.
4.1.
Eiseres heeft het beroepschrift met PostNL verstuurd. Gelet op het poststempel gaat de rechtbank ervan uit dat het beroepschrift op 4 maart 2023 op de post is gedaan. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat het eerder op de post is gedaan. Het beroepschrift is dus niet tijdig ingediend.
Is het te laat indienen verontschuldigbaar?
5. Eiseres heeft hiervoor de volgende reden gegeven. Het beroepschrift zou tijdig per post zijn verstuurd op 28 februari 2023. Er is echter niet gebleken dat het beroepschrift tijdig is verstuurd door eiseres. Er is geen verontschuldiging voor dit verzuim. De beroepstermijn begint te lopen op 31 januari 2023 het beroepschrift had op 28 februari 2023 binnen moeten zijn.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, in aanwezigheid van B. van der Wiel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit volgt uit artikel 69, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
2.Dit volgt uit artikel 6:8, eerste lid, van de Awb.
3.Dit volgt uit artikel 6:9, eerste lid, van de Awb.
4.Onder gewone post wordt verstaan door PostNL of door ieder ander bij de Autoriteit Consument en Markt geregistreerd postvervoerbedrijf.
5.Dit volgt uit artikel 6:9, tweede lid, van de Awb.
6.Dit volgt uit artikel 6:11 van de Awb.