ECLI:NL:RBDHA:2023:786

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 januari 2023
Publicatiedatum
30 januari 2023
Zaaknummer
NL23.641
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake mvv nareis voor gezinsleden van asielgerechtigde

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor gezinsleden van een asielgerechtigde. De verzoekers, bestaande uit de gezinsleden van de referent, hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd bepaald dat zij pas op 5 juli 2023 een afspraak konden maken voor het aanvragen van een mvv-sticker. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de aanvraag van de referent om nareis voor zijn gezinsleden was ingewilligd, maar dat de nareismaatregel in strijd is met verschillende nationale en internationale wetgeving, waaronder de Vreemdelingenwet 2000 en het EVRM.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de belangen van de gezinsleden om zo snel mogelijk herenigd te worden met de referent zwaarder wegen dan de belangen van de staatssecretaris. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen en het primaire besluit geschorst. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoekers, vastgesteld op € 837. De uitspraak is gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:83 van de Algemene wet bestuursrecht, en is openbaar gemaakt op de website van de Rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.641

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker 1, V-nummer: [nummer]

hierna: referent
[naam], verzoekster 1, V-nummer: [nummer]
[naam], verzoekster 2, V-nummer: [nummer]
[naam], verzoeker 2, V-nummer: [nummer]
[naam], verzoeker 3, V-nummer: [nummer]
hierna: gezinsleden
hierna allen gezamenlijk te noemen: verzoekers
(gemachtigde: mr. M.P.J.W.M. Govers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 4 januari 2023 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van referent om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis aan zijn gezinsleden ingewilligd, met dien verstande dat de gezinsleden vanaf 5 juli 2023 of zoveel eerder als referent geschikte huisvesting heeft een afspraak kunnen maken voor het aanvragen van een mvv-sticker.
Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat wordt bepaald dat verweerder aan de gezinsleden onmiddellijk een mvv verstrekt.
Verzoekers hebben verweerder verzocht rechtstreeks beroep zoals bedoeld in artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toe te staan. Verweerder heeft hierop niet gereageerd.
Verweerder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te reageren op de gronden van het verzoek.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb.

Overwegingen

1. Aan referent is in Nederland een asielvergunning verleend. Niet in geschil is dat zijn aanvraag om nareis van zijn gezinsleden bij het primaire besluit is ingewilligd. Het gaat in deze zaak alleen om de vraag of verweerder heeft mogen bepalen dat de gezinsleden pas op 5 juli 2023, of zoveel eerder als referent geschikte huisvesting heeft, een afspraak mogen maken voor het aanvragen van de mvv-sticker waarmee zij daadwerkelijk toegang tot Nederland kunnen verkrijgen (hierna: de nareismaatregel).
2. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft de hier aan de orde zijnde rechtsvragen uitvoerig beantwoord in de uitspraak van 22 december 2022, ECLI:NL:RBDHA:13902. De zittingsplaatsen Amsterdam en Haarlem hebben vergelijkbare uitspraken gedaan. Bij uitspraak van 29 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:4003, heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State besloten om de uitspraak van de rechtbank van 22 december 2022 niet te schorsen.
3. In deze uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat de nareismaatregel in strijd is met de Vreemdelingenwet 2000, de Richtlijn 2003/86/EG (Gezinsherenigingsrichtlijn), het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind.
4. De voorzieningenrechter ziet in deze zaak geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen. Dit brengt met zich dat het bezwaar van verzoekers een grote kans van slagen heeft. De belangen van de gezinsleden om zo snel mogelijk met referent herenigd te worden, wegen dan ook zwaarder dan het belang van verweerder. De voorzieningenrechter zal het verzoek op hierna te melden wijze als kennelijk gegrond toewijzen.
5. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter verder aanleiding om verweerder te veroordelen in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 837 bestaande uit een punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 837 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 1 (gemiddeld).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
 wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe;
 schorst het primaire besluit voor zover daarbij is bepaald dat verzoekster 1, verzoekster 2, verzoeker 2 en verzoeker 3 op 5 juli 2023 of zoveel eerder als referent geschikte huisvesting heeft een afspraak kunnen maken voor het afhalen van een mvv-sticker;
 draagt verweerder op om de Nederlandse ambassade te Ankara binnen een week na de dag van verzending van deze uitspraak te machtigen om de aan verzoekster 1, verzoekster 2, verzoeker 2 en verzoeker 3 toegekende machtigingen tot voorlopig verblijf (in de vorm van mvv-stickers) meteen af te geven;
 veroordeelt verweerder in de door verzoekers gemaakte proceskosten ter hoogte van € 837 (achthonderdzevenendertig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.