Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 juni 2023 in de zaak tussen
[verzoekster], uit [woonplaats], verzoekster
het college van burgemeester en wethouders gemeente Leiden, het college
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
4.1 Indien de belanghebbende de voor de verlening van bijstand van belang zijnde gegevens of de gevorderde bewijsstukken niet, niet tijdig of onvolledig heeft verstrekt en hem dit te verwijten valt, dan wel indien de belanghebbende anderszins onvoldoende medewerking verleent, kan het college het recht op bijstand voor de duur van ten hoogste acht weken opschorten vanaf de eerste dag van de periode waarop het verzuim betrekking heeft, of vanaf de dag van het verzuim indien niet kan worden bepaald op welke periode dit verzuim betrekking heeft. Dat staat in artikel 54, eerste lid, Pw.
op die afspraken is verschenen. Verzoekster is – ook al wist het college van haar psychische problemen – zelf verantwoordelijk voor het tijdig openen van haar post. [1] Als zij door haar psychische beperkingen daar niet toe in staat was, lag het op haar weg daarbij de hulp van derden in te roepen. Zeker nu zij wist dat het college nog contact met haar zou opnemen. Op 7 maart 2023 heeft verzoekster in het kader van een heronderzoek met een medewerker van het college een gesprek gehad. Daarin is haar meegedeeld dat zij in de week van 27 maart 2023 opnieuw een uitnodiging kon verwachten. Dat had voor haar een reden moeten zijn om haar brievenbus in de gaten te (laten) houden.