ECLI:NL:RBDHA:2023:794

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 januari 2023
Publicatiedatum
30 januari 2023
Zaaknummer
NL22.24059
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regeling

In de zaak met zaaknummer NL22.24059 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 januari 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker, van Soedanese nationaliteit, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag is door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 21 december 2022 behandeld, samen met een andere zaak (NL22.24058). In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op de andere zaak, heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, in aanwezigheid van griffier Z.P. de Wilde. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen Bestuursrecht zaaknummer: NL22.24059
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker, geboren op [geboortedatum] ,

van Soedanese nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A.M. Veld), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. D. de Boer).

Procesverloop

Bij besluit van 23 november 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.24058, op 21 december 2022 op zitting behandeld. Verzoeker en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.24058, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
Z.P. de Wilde, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.