ECLI:NL:RBDHA:2023:8063

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 juni 2023
Publicatiedatum
6 juni 2023
Zaaknummer
NL22.16503
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en bestuurlijke dwangsommen

In deze zaak heeft eiseres op 23 augustus 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 12 november 2020 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 3 oktober 2022 de asielaanvraag ingewilligd. Eiseres heeft echter besloten het beroep te handhaven, specifiek met betrekking tot de vraag of er bestuurlijke dwangsommen zijn verbeurd door de verweerder. De rechtbank heeft de zaak behandeld zonder zitting, op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank overweegt dat, nu de asielaanvraag is ingewilligd, eiseres geen procesbelang meer heeft in het beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit. Eiseres heeft haar beroep willen handhaven voor zover het gaat om de bestuurlijke dwangsommen. De rechtbank oordeelt dat de Tijdelijke wet niet van toepassing is op de aanvraag van eiseres, omdat deze aanvraag betreft een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank stelt vast dat de Tijdelijke wet uitsluit dat er bestuurlijke dwangsommen kunnen worden verbeurd in dit geval.

De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat zij niet kan bereiken wat zij wil met het beroep. Desondanks heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 418,50, omdat eiseres terecht beroep heeft ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.16503

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiseres

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. F.A. van den Berg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: L. Neuhaus).

Procesverloop

Eiseres heeft op 23 augustus 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag van 12 november 2020.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Bij besluit van 3 oktober 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres ingewilligd.
Desgevraagd heeft eiseres meegedeeld het beroep te handhaven met het oog op de vraag of verweerder bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Voor zover het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de asielaanvraag van eiseres, dient te worden vastgesteld dat met de inwilliging van deze aanvraag aan het beroep is tegemoetgekomen zodat eiseres gelet op artikel 6:20, derde lid, van de Awb in zoverre geen procesbelang meer heeft.
2. Eiseres heeft haar beroep willen handhaven voor zover verweerder in het besluit van 3 oktober 2022 heeft geconcludeerd dat hij aan eiseres geen bestuurlijke dwangsommen verschuldigd is.
3. De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat de Tijdelijke wet [2] niet van toepassing is op onderhavige aanvraag omdat sprake is van een aanvraag en verblijfsvergunning in het kader van gezinshereniging. De rechtbank stelt vast dat eiseres een aanvraag heeft ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Aan eiseres is een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, tweede lid, aanhef en onder a, van de Vw [3] verleend. Dit betreft een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Vw.
4. De Tijdelijke wet sluit uit dat de artikelen 4:17 tot en met 4:19 en 8:55c van de Awb worden toegepast op besluiten op asielaanvragen. Het gevolg hiervan is dat verweerder aan eiseres geen bestuurlijke dwangsommen kan verbeuren.
5. De Afdeling [4] heeft bij uitspraak van 30 november 2022 [5] geoordeeld dat er geen aanleiding is voor de conclusie dat de Tijdelijke wet op dit punt onverbindend moet worden geacht wegens strijd met het Unierecht.
6. Nu artikel 1 van de Tijdelijke wet in dit geval de mogelijkheid van een bestuurlijke dwangsom uitsluit, kan eiseres met het beroep niet bereiken wat zij wil, zodat ook in zoverre het procesbelang ontbreekt.
7. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
8. Omdat eiseres vanwege het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag terecht beroep heeft ingesteld, ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 418,50 bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is omdat het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van
mr. R. de Mul, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.
2.De Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND.
3.Vreemdelingenwet 2000
4.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.