ECLI:NL:RBDHA:2023:8210
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overdracht naar Bulgarije
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoekster. De verzoekster had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, waarin haar asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Bulgarije verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling daarvan. De verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zou worden overgedragen aan Bulgarije totdat op haar beroep was beslist.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van onverwijlde spoed, aangezien de uiterste overdrachtsdatum naar Bulgarije op 9 juni 2023 viel. De rechter weegt het belang van de verzoekster om de uitspraak op haar beroep in Nederland af te wachten zwaarder dan het belang van de staatssecretaris om de verzoekster eerder over te dragen. De voorzieningenrechter merkte op dat het beroep van de verzoekster een redelijke kans van slagen had en dat de rechtbank in een samenhangende zaak had besloten de behandeling aan te houden in afwachting van een uitspraak van de Afdeling over het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Bulgarije.
Op basis van deze overwegingen heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, het bestreden besluit geschorst en bepaald dat de verzoekster niet mag worden overgedragen aan Bulgarije totdat op haar beroep is beslist. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoekster, vastgesteld op € 837.