ECLI:NL:RBDHA:2023:19460
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid voor asielaanvraag onder de Dublinverordening en interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 december 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiseres, een Syrische vrouw die in Nederland internationale bescherming heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Bulgarije verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, die op 2 juni 2023 werd toegewezen in afwachting van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Bulgarije.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Bulgarije in beginsel verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiseres, maar dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat er redenen zijn om van het interstatelijk vertrouwensbeginsel af te wijken. Eiseres heeft aangevoerd dat er in Bulgarije pushbacks plaatsvinden en dat er een gebrek aan opvangplaatsen is, maar de rechtbank oordeelt dat de Afdeling in eerdere uitspraken heeft bevestigd dat Dublinterugkeerders in Bulgarije geen reëel risico lopen op dergelijke situaties. Eiseres heeft ook een beroep gedaan op artikel 9 van de Dublinverordening, omdat zij getrouwd is met een man die in Nederland internationale bescherming geniet, maar de rechtbank oordeelt dat dit artikel niet van toepassing is op haar situatie.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen recht heeft op een vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.