ECLI:NL:RBDHA:2023:8251
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaald griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 8 juni 2023, wordt het beroep van eiser, een Turkse nationaliteit houder uit Atasehir, tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 2 februari 2023 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 184,- niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, en dat eiser geen goede reden heeft gegeven voor het verzuim.
De rechtbank heeft eiser in een aangetekende brief van 4 april 2023 de gelegenheid gegeven om het griffierecht binnen vier weken te betalen, maar eiser heeft hier geen gehoor aan gegeven. Er is geen reactie van eiser ontvangen, noch een verontschuldiging voor het niet betalen van het griffierecht. Hierdoor blijft het bestreden besluit van de Staatssecretaris in stand, en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld.
De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, in aanwezigheid van B. van der Wiel, griffier. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, aangezien er geen aanleiding voor bestaat. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze beslissing.