ECLI:NL:RBDHA:2023:8284
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Iraakse tatoeëerder wegens gebrek aan geloofwaardigheid en risico op vervolging
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 8 juni 2023, wordt het beroep van eiser, een Iraakse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser heeft op 7 februari 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris op 11 april 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 12 mei 2023 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
Eiser heeft eerder asiel aangevraagd, maar deze werd in 2017 afgewezen. Hij stelt dat hij in Irak gevaar loopt vanwege zijn beroep als tatoeëerder en zijn kritische uitlatingen op sociale media. De staatssecretaris heeft echter de geloofwaardigheid van zijn verklaringen in twijfel getrokken, onder andere omdat eiser in eerdere procedures geen melding heeft gemaakt van de problemen die hij als tatoeëerder zou hebben ondervonden. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet ten onrechte heeft geconcludeerd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Irak problemen zal ondervinden.
De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris de elementen van eisers asielrelaas niet geloofwaardig achtte en dat er onvoldoende bewijs is dat eiser in de negatieve belangstelling staat van de autoriteiten in Irak. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten en het beroep wordt ongegrond verklaard.