ECLI:NL:RBDHA:2023:8398
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen terugkeerbesluit wegens gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser van Marokkaanse nationaliteit en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit dat op 30 oktober 2022 door verweerder was opgelegd. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 8 juni 2023, waarbij partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is tussen eiser en zijn gemachtigde. Dit leidde tot de vraag of eiser nog procesbelang had bij het beroep. De rechtbank heeft zich gebaseerd op vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat als een vreemdeling met onbekende bestemming vertrekt zonder zijn verblijfplaats te communiceren, het beroep in beginsel niet-ontvankelijk verklaard moet worden.
Aangezien eiser niet is verschenen op de zitting en er geen bewijs is dat hij nog in Nederland verblijft, concludeert de rechtbank dat eiser geen prijs meer stelt op een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.