ECLI:NL:RBDHA:2023:8559
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterechte korting op WAO-uitkering door uitbetaling van vakantiedagen na beëindiging dienstverband
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die sinds 1995 werkzaam is bij een kinderopvangorganisatie, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres ontving sinds 2004 een WAO-uitkering en bleef in dienst bij haar werkgever. Na beëindiging van haar dienstverband in 2021, werd haar WAO-uitkering ten onrechte gekort op de uitbetaalde vakantiedagen. De rechtbank oordeelde dat het niet is gebleken dat de uitbetaling van de niet-opgenomen vakantiedagen in 2021 betrekking had op vakantiedagen die vóór de toekenning van de WAO-uitkering waren opgebouwd. Eiseres had de mogelijkheid om eventuele resterende vakantiedagen op te nemen tijdens haar dienstverband na de toekenning van de WAO-uitkering. De rechtbank concludeerde dat de korting op de WAO-uitkering onterecht was en dat er geen schending van het gelijkheidsbeginsel was, aangezien de wetgeving voor WAO-uitkeringen niet onrechtvaardig was toegepast. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.