ECLI:NL:RBDHA:2023:8573
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens betalingsonmacht
Op 30 maart 2023 heeft de Rechtbank Den Haag het beroep van de opposant kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij geen griffierecht had betaald. De opposant heeft hiertegen verzet aangetekend. De rechtbank heeft uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:55, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In het verzet heeft de opposant aangevoerd dat hij het formulier ter onderbouwing van zijn betalingsonmacht wel degelijk had opgestuurd, met een e-mail van 9 december 2022 als bewijs. Deze e-mail was echter naar de verkeerde rechtbank gestuurd, wat de rechtbank in overweging heeft genomen. De rechtbank concludeert dat de opposant niet de kans heeft gekregen om zijn argumenten te presenteren, wat zou hebben geleid tot een andere uitkomst. Daarom is het verzet gegrond verklaard, en vervalt de eerdere uitspraak van 30 maart 2023. De rechtbank hervat het onderzoek in de stand waarin het zich bevond voordat de eerdere uitspraak werd gedaan.