ECLI:NL:RBDHA:2023:8798
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en voorlopige voorziening van vreemdeling met Keniaans paspoort en Somalische identiteit
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een vreemdeling met een Keniaans paspoort, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, geboren in 1994 en van (gestelde) Somalische nationaliteit, heeft zijn asielaanvraag ingediend na te zijn bedreigd door Al-Shabaab in Somalië. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, met de stelling dat eiser de autoriteiten heeft misleid over zijn identiteit en nationaliteit. Eiser heeft echter betoogd dat hij niet in staat is om aan te tonen dat zijn Keniaanse paspoort frauduleus is verkregen, en dat de staatssecretaris onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar zijn Somalische persoonsgegevens.
De rechtbank heeft op 14 juni 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris ten onrechte geen nader onderzoek heeft gedaan naar de door eiser gestelde Somalische identiteit. De rechtbank wijst erop dat eiser heeft verklaard dat hij het Keniaanse paspoort heeft gekocht en dat hij niet de persoon is die in het paspoort staat vermeld. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet zonder meer kan afgaan op de gegevens in het Keniaanse paspoort zonder verder onderzoek te verrichten.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met deze uitspraak. De rechtbank wijst ook het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het beroep gegrond is verklaard. Tevens veroordeelt de rechtbank de staatssecretaris in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 2.511,-.