ECLI:NL:RBDHA:2023:8988
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag en verlenging beslistermijn
In deze zaak heeft eiser, een Syrische nationaliteit hebbende persoon, op 17 mei 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, waarna hij op 29 december 2022 beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser heeft zijn aanvraag op 17 mei 2022 ingediend, en de wettelijke beslistermijn van zes maanden zou op 17 november 2022 eindigen. Echter, de staatssecretaris heeft de beslistermijn met negen maanden verlengd vanwege de inwerkingtreding van het WBV 2022/22, wat door de rechtbank als rechtsgeldig is beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de beslistermijn eindigt op 17 augustus 2023, waardoor de ingebrekestelling van 13 december 2022 prematuur is ingediend.
Aangezien het beroep niet voldoet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen, verklaart de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.