In deze zaak hebben eisers, geboren op onbekende data en van onbekende nationaliteit, op 11 januari 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinsleden bij een referent. Na het indienen van de aanvraag hebben eisers op 9 augustus 2022 verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen. Vervolgens hebben zij op 17 november 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Verweerder heeft uiteindelijk op 27 december 2022 de aanvraag ingewilligd, maar eisers hebben hierop niet gereageerd.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, en dat eisers geen belang meer hebben bij hun beroep, nu verweerder inmiddels op de aanvraag heeft beslist. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft verweerder wel veroordeeld in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 418,50, omdat eisers vrijgesteld zijn van griffierecht.
De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de partijen. Eisers hebben de mogelijkheid om binnen 6 weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.