ECLI:NL:RBDHA:2023:9040

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
23 juni 2023
Zaaknummer
NL23.12589
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag Somaliër wegens onvoldoende bewijs van vervolging door Al Shabaab

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 20 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Somalische man, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser stelde dat hij problemen had ondervonden met Al Shabaab, omdat hij vrouwenkleding en legerkleding maakte in een naaiatelier. Hij beweerde ook dat hij door Al Shabaab was geïnjecteerd met gif en dat hij gediscrimineerd werd vanwege zijn stamafkomst (Banaadir). De rechtbank oordeelde echter dat de verklaringen van eiser inconsistent en niet geloofwaardig waren. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij een reëel risico op vervolging liep bij terugkeer naar Somalië. De rechtbank vond dat de ondervonden discriminatie niet leidde tot een vluchtelingenstatus en dat de problemen met Al Shabaab niet voldoende waren onderbouwd. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser verworpen en de afwijzing van de asielaanvraag door de Staatssecretaris bevestigd. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.12589
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. H.A. Jeuring),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.P. Jans).

Procesverloop

Bij besluit van 18 april 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 31 mei 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen Y. Abdi. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt van Somalische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1980. Op 30 augustus 2021 heeft eiser een asielaanvraag ingediend. Aan zijn asielaanvraag heeft eiser ten grondslag gelegd dat hij problemen heeft ondervonden met Al Shabaab omdat hij vrouwenkleding en legerkleding maakte in een naaiatelier. Ook is eiser door Al Shabaab geïnjecteerd met gif. Daarnaast heeft eiser aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij wordt gediscrimineerd, omdat hij behoort tot de Banaadir stam.
2. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Problemen met Al Shabaab vanwege naaiatelier;
3. Discriminatie vanwege stamafkomst.
3. Verweerder heeft zich hierover op het standpunt gesteld dat relevant element 1 en relevant element 3 geloofwaardig worden geacht. Relevant element 2 (problemen met Al Shabaab vanwege naaiatelier) wordt niet geloofwaardig geacht. Eiser heeft namelijk wisselende verklaringen afgelegd over zijn medische documenten, de aanslagen niet aannemelijk kunnen maken en hij heeft volgens verweerder niet consistent, volledig en gedetailleerd verklaard over de reden van zijn vertrek.
Verder leiden de geloofwaardig bevonden elementen volgens verweerder niet tot de vluchtelingenstatus. Volgens verweerder is het niet aannemelijk dat er sprake is van gegronde vrees bij terugkeer naar Somalië. Het is niet gebleken dat de ondervonden discriminatie een dusdanig ernstige beperking van de bestaansmogelijkheden van eiser oplevert dat het voor eiser onmogelijk is om op maatschappelijk en sociaal gebied te kunnen functioneren. Verder heeft eiser ook niet aannemelijk gemaakt dat hij een reëel risico op ernstige schade loopt. Hij heeft immers zijn problemen met Al Shabaab niet aannemelijk gemaakt.
4. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en heeft daartegen beroepsgronden ingediend. Deze beroepsgronden worden hieronder, voor zover van belang, besproken.
Nader gehoor
5. Eiser stelt dat het medisch advies van MediFirst niet ten grondslag kan liggen aan de vraag in hoeverre tijdens het nader gehoor rekening moet worden gehouden met onder meer iemands achtergrond. Daar is volgens eiser ook niet over gesproken en dat wordt, voor zover eiser bekend is, ook niet getoetst. Dat eiser heeft aangegeven dat hij de tolk goed kon verstaan en dat niet is gebleken van communicatieproblemen tijdens het gehoor maakt dit volgens eiser niet anders. Het gaat namelijk met name over de wijze waarop eiser antwoord geeft.
6. De rechtbank is van oordeel dat uit het nader gehoor voldoende blijkt dat eiser de vragen die hem gesteld werden heeft begrepen. Hij heeft ook antwoord gegeven op deze vragen. Op momenten dat de gehoormedewerker niet zeker wist of eiser de vraag goed had begrepen, heeft de gehoormedewerker de vraag opnieuw gesteld.1 Eiser heeft de vragen beantwoord en heeft verder verklaard de tolk goed te hebben verstaan. Met de verwijzing in het bestreden besluit naar het medisch advies van MediFirst heeft verweerder willen aangeven dat er ook geen medische beletselen waren om eiser te horen of dat eiser niet in staat zou zijn coherent te verklaren. De beroepsgrond slaagt niet.
Problemen met Al Shabaab vanwege naaiatelier
Ontbreken van documenten
7. Eiser stelt zich op het standpunt dat verweerder ten aanzien van het verkrijgen van documenten van de politie uitgaat van veronderstellingen. Eiser komt uit Somalië en is bekend met het reilen en zeilen van de politie, waardoor de uitleg van eiser over het ontbreken van documenten aannemelijk is. Verder is ten aanzien van de medische stukken bij de correcties en aanvullingen van het aanmeldgehoor een fout gemaakt. Eiser is er vanuit gegaan dat mensen in het hotel deze stukken hebben vernietigd, maar dit bleek de politie te
1. Zie bijvoorbeeld pagina 7 van het nader gehoor.
zijn. Nu hetgeen eiser in de correcties en aanvullingen op het aanmeldgehoor en in de zienswijze heeft verklaard (vrijwel) overeenkomt, is dit onderdeel als aannemelijk te kwalificeren.
8. De rechtbank oordeelt als volgt. De enkele verklaring van eiser dat hij geen documenten van de politie kan krijgen is onvoldoende. Eiser heeft op geen enkele wijze onderbouwd dat het voor hem onmogelijk is om deze documenten te krijgen of dat hij wel een poging heeft gedaan om deze documenten te krijgen.
Verder heeft eiser over het niet hebben van medische documenten wisselende verklaringen afgelegd. Tijdens het nader gehoor heeft eiser verklaard dat hij geen medische documenten heeft van de tijd dat hij in het ziekenhuis lag en dat hij niet gedacht had dat deze nodig zouden zijn.2 In de correcties en aanvullingen op het aanmeldgehoor en in de zienswijze is echter vermeld dat eiser deze documenten heeft achtergelaten bij mensen in het hotel waar hij verbleef met de bedoeling om deze documenten later op te halen. Dit zijn verschillende verklaringen. De beroepsgrond slaagt daarom niet.
Aanslagen en injectie met gif
9. Eiser stelt dat voornamelijk de laatste aanslag voor hem reden is geweest om Somalië te verlaten. Dat is ook de reden dat hij pas later over de injectie met gif heeft verteld. Doordat eiser vrouwenkleding voor bruiloften en legeruniformen maakte kreeg hij problemen met Al Shabaab, zij hebben de aanslagen gepleegd. Het is eiser niet bekend dat over de aanslagen in de media is bericht en het kan ook niet van eiser verwacht worden dat hij dit bijhoudt. Verder heeft eiser niet tegenstrijdig verklaard over de aanslagen en dus ook niet over de reden van zijn vertrek. Verweerder gaat volledig voorbij aan de persoon van eiser. Niet iedereen is namelijk in staat om gedetailleerde verklaringen af te leggen. Over de injectie stelt eiser verder nog dat hij naar een arts is gegaan omdat zijn gezondheid niet goed was. Door die arts is enkel gezegd dat hij een injectie moest hebben. Daarbij zijn gif en eitjes voor eiser hetzelfde. De consequentie is namelijk dat je er aan kan overlijden. Dat eiser niet kan onderbouwen dat Al Shabaab hiervoor verantwoordelijk is, maakt dit volgens eiser niet anders.
10. De rechtbank oordeelt als volgt. Van eiser mag verwacht worden dat hij consistent, volledig en gedetailleerd verklaart over de reden van zijn vertrek. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser dat niet heeft gedaan. Eiser heeft enkel verklaard dat de aanslagen door Al Shabaab zijn gepleegd, omdat hij vrouwkleding voor bruiloften en legeruniformen maakte. Eiser heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat de aanslagen daadwerkelijk hebben plaatsgevonden en zijn gepleegd door Al Shabaab, terwijl dat wel van hem verwacht mag worden. Eiser had bijvoorbeeld nieuwsartikelen of getuigenverklaringen over kunnen leggen.
Daarbij komt dat eiser ook wisselend heeft verklaard over de injectie. In het nader gehoor verklaart eiser dat hij in 2017 is geïnjecteerd met een onbekend gif of met onbekende eitjes. In zijn vrije relaas vertelt eiser echter dat hij na de tweede aanslag in coma heeft gelegen en dat toen hij uit coma was gezegd werd dat hij voor onderzoek moest komen. Op dat moment werd hij geïnjecteerd.3 Daarna zegt eiser als ernaar gevraagd wordt dat de injectie voor de
2 Zie pagina 12 van het nader gehoor.
3 Zie pagina 5 van het nader gehoor.
aanslag was, in 2017.4 Daarbij komt dat eiser ook niet aannemelijk heeft gemaakt dat de injectie daadwerkelijk van Al Shabaab afkomstig is en dat Al Shabaab dit soort praktijken vaker uitvoert. De beroepsgrond slaagt niet.
Achterhalen van telefoonnummers door Al Shabaab
11. Eiser stelt dat hij meerdere malen zijn telefoonnummer heeft veranderd, maar iedere keer werd hij gebeld door leden van Al Shabaab. Eiser heeft hierover verklaard wat hij weet en wat hij heeft gehoord.
12. De rechtbank is van oordeel dat eiser met deze verklaring niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij daadwerkelijk door leden van Al Shabaab werd gebeld, dan wel dat hij elke keer zijn telefoonnummer heeft veranderd en dit nummer toch achterhaald werd. Eiser stelt in het nader gehoor enkel dat hij ongeveer tien keer zijn nummer veranderd heeft, maar Al Shabaab elke keer zijn nummer wist te achterhalen.5 Verweerder heeft dat onvoldoende mogen vinden. De beroepsgrond slaagt niet.
Tijdsverloop tussen de laatste aanslag en het vertrek van eiser
13. Eiser voert aan dat de tijdsverloop tussen de laatste aanslag en zijn vertrek niet bijna twee jaar, maar bijna één jaar heeft geduurd. Eiser heeft ook een half jaar in coma gelegen in het ziekenhuis. Dat zijn familie na zijn vertrek geen problemen heeft gehad met Al Shabaab zegt niet dat eiser geen problemen heeft gehad en zegt ook niet dat eiser bij terugkeer niets meer te vrezen heeft van de zijde van Al Shabaab.
14. De rechtbank oordeelt dat, ook als het vertrek van eiser één jaar na de laatste aanslag is geweest, eiser dan nog een geruime tijd in Somalië is gebleven voordat hij daadwerkelijk is vertrokken. Daarbij komt dat niet is gebleken dat Al Shabaab in dat jaar op zoek is geweest naar eiser, dan wel dat eiser bekend is bij de leden van Al Shabaab. Verweerder heeft zich daarom naar het oordeel van de rechtbank op het standpunt mogen stellen dat het niet aannemelijk is dat eiser heeft te vrezen voor Al Shabaab bij terugkeer naar Somalië. De beroepsgrond slaagt niet.
Laatste maanden voor eisers vertrek
15. Eiser stelt dat niet ontkend kan worden dat na lezing van de gehoren geconcludeerd kan worden dat hij tegenstrijdige verklaringen ten aanzien van de laatste maanden voor zijn vertrek heeft afgelegd. Maar uit het aanmeldgehoor kan afgeleid worden dat er sprake moet zijn geweest van een vergissing. Dat is niet door de gehoorambtenaar en ook niet door zijn gemachtigde opgemerkt. Eiser is van mening dat verweerder ten onrechte zijn standpunt hierover handhaaft.
16. Niet in geschil is dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over zijn laatste maanden voor zijn vertrek. In het aanmeldgehoor heeft eiser gezegd dat hij de laatste maanden voor zijn vertrek heeft gewoond in een andere plaats. Hij ging daar trouwen en heeft daar zes
4 Zie pagina 13 van het nader gehoor.
5 Zie pagina 5 van het nader gehoor.
maanden gewoond.6 In het nader gehoor verklaart eiser echter dat hij tegen zijn vader heeft gezegd dat hij niet in Somalië kan blijven. Zijn vader heeft hem toen opgesloten zodat mensen hem niet konden vinden. In die tijd werd een visum voor eiser geregeld en kon hij vertrekken.7 Eiser heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is geweest van een vergissing. De beroepsgrond slaagt niet.
17. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder, gelet op wat hiervoor is overwogen, de problemen van eiser met Al Shabaab ongeloofwaardig mogen vinden.
Vluchtelingschap
18. Eiser stelt verder dat hij problemen heeft ondervonden vanwege zijn stamafkomst (Banaadir). Dit geldt voor alle mensen met deze stamafkomst. Eiser is daarom van oordeel dat hetgeen in het Algemeen Ambtsbericht van 20 december 2021 staat vermeld niet geheel juist is.
19. De rechtbank oordeelt dat verweerder in het bestreden besluit voldoende heeft gemotiveerd dat het zijn van Banaadir niet leidt tot de vluchtelingenstatus. In het Algemeen Ambtsbericht van 20 december 2021 staat dat niet langer sprake is van systematische vervolging van etnische minderheden. Hierdoor leidt het behoren tot een etnische minderheid in Somalië niet zonder meer tot het zijn van vluchteling. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt waarom hij wel als vluchteling aangemerkt moet worden. De enkele stelling dat de informatie in het Algemeen Ambtsbericht niet juist is, is daarvoor onvoldoende. De beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie
20. De aanvraag van eiser is terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond.
21. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
6 Zie pagina 7 van het aanmeldgehoor.
7 Zie pagina 5 en 6 van het nader gehoor.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. E. Mulder, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
20 juni 2023

Documentcode: [documentnummer]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.