ECLI:NL:RBDHA:2023:9185

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 juni 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
NL23.14336
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overeenkomst

Op 27 juni 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de voorzieningenrechter, mr. F. Sijens, een verzoek om een voorlopige voorziening heeft afgewezen. De zaak betreft een verzoeker van Tunesische nationaliteit die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had echter besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublin-overeenkomst.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de uitspraak werd opgemerkt dat er eerder op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL23.14335) die betrekking had op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.14336

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
van Tunesische nationaliteit,
v-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. W. Spijkstra),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris.

Procesverloop

Bij besluit van 11 mei 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.14335, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
mr. V. Vegter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.