Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Stichting Hogeschool der Kunsten Den Haag,
1.Het procesverloop
2.De feiten
Binnen deze driehoofdige topstructuur kan een portefeuilleverdeling naar aandachtsgebieden plaatsvinden, waarbij de eindverantwoordelijkheid voor het beleid en de beleidsuitvoering ligt bij de [functie02] CvB. (…)
“helaas geen uitsluitsel kan geven”.
Afgesproken wordt op korte termijn weer bij elkaar te komen.”
ontwikkelen. Samenwerking is daarbij de sleutel.
leanzijn georganiseerd vergeleken met collega instellingen. Er is daarom ingezet op verdere professionalisering van de ondersteunende diensten om daarmee de faculteiten te faciliteren en zich meer op de onderwijstaak te kunnen richten.
AH benadrukt dat juist het thema samenwerking waar [werknemer01] naar verwijst, in gezet kan worden in de nieuwe governance en dat alles erop gericht is dat te doen.
Ook geeft zij, aangezien [werknemer01] die redenen niet lijkt te kennen, in het kort aan wat de bezwaren waren in de oude, platte bestuursstructuur: gebrek aan escalatiemogelijkheden, gebrek aan samenwerking, gebrek aan synergie. De keuze voor de nieuwe structuur is met inbreng en inspraak, en mede op verzoek van medewerkers en MR tot stand gekomen. AH zegt niet goed te begrijpen waarom [werknemer01] zich direct na zijn aanstelling al is gaan verzetten tegen de bestuursstructuur, terwijl deze duidelijk was ten tijde van zijn sollicitatie. [werknemer01] zegt zich bewust te zijn geweest van de bestuursstructuur, maar het hier vanaf het begin niet mee eens te zijn geweest.
vraagt vervolgens “wat we dan moeten doen om de RvT hier wel over na te laten denken”.
(…)”
“poging om hem te ontslaan bewijst dat er sprake is van een organisatorische systeemfout”en dat bij aanvang van de start van het academisch jaar 2022/2023 is gebleken dat de nieuwe hogeschoolstructuur niet werkt.
“We see these actions as an abuse of power, and we have collectively lost our confidence in working with this director again”, zo staat in de brief, die door zeventien departementshoofden is onderschreven.
3.Het verzoek
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling). Enig verband met een in de wet opgenomen opzegverbod is in deze zaak gesteld, noch gebleken.
“(…) AH zegt niet goed te begrijpen waarom [werknemer01] zich direct na zijn aanstelling al is gaan verzetten tegen de bestuursstructuur, terwijl deze duidelijk was ten tijde van zijn sollicitatie. [werknemer01] zegt zich bewust te zijn geweest van de bestuursstructuur, maar het hier vanaf het begin niet mee eens te zijn geweest (…)”. [werknemer01] , die per 22 mei 2022 in dienst trad, had in de maanden daarna zitting in één van de twee adviescommies in het kader van de selectieprocedure voor de nieuwe [functie02] van het CvB ( [naam01] ), die met unanieme goedkeuring (dus ook die van [werknemer01] ) van beide commissies werd benoemd, en per 22 augustus 2022 aantrad. [werknemer01] heeft, zo leidt de kantonrechter uit de unanimiteit van de goedkeuring, zich ten tijde van de benoemingsprocedure van [naam01] , volledig achter de (nieuwe) bestuursstructuur geschaard, zoals ook de Hogeschool met het vermelden van deze feiten kennelijk heeft willen betogen.
“het bieden van geld door de Hogeschool om een KABK-collega te lozen aan zijn ambitie voorbij gaat
”.