Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 april 2023 uitspraak gedaan in een procedure over de maatregel van bewaring van eiser, die van Marokkaanse nationaliteit is. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 5 april 2023 de maatregel van bewaring had opgelegd op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet. De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de bewaring niet onrechtmatig was, ondanks de opheffing van de maatregel op 7 april 2023. De rechtbank heeft zich in haar beoordeling gericht op de vraag of eiser recht had op schadevergoeding, waarbij de onrechtmatigheid van de bewaring centraal stond.
De rechtbank oordeelde dat de identiteit van eiser niet voldoende vaststond, wat de rechtmatigheid van de bewaring ondersteunde. Eiser had betoogd dat hij ten onrechte was opgehouden, maar de rechtbank volgde dit niet. Ook het argument dat er geen duidelijk terugkeerbesluit was, werd verworpen. De rechtbank stelde vast dat eiser in eerdere procedures al was geconfronteerd met terugkeer naar Marokko, en dat het terugkeerbesluit van 13 juli 2015 voldoende was, ondanks dat het niet expliciet naar Marokko verwees.
Daarnaast werd er gekeken naar de procedurele rechten van eiser. De rechtbank oordeelde dat, hoewel eiser niet schriftelijk op de hoogte was gesteld van zijn rechten, hij in de praktijk wel op de hoogte was gebracht en gebruik had kunnen maken van rechtsbijstand. De rechtbank concludeerde dat de belangen van de bewaring zwaarder wogen dan het gebrek aan schriftelijke informatie. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.